Onderzoek naar het gedrag van de Haringvlietsluizen onder de in bedrijfs omstandigheden te verwachten dynamische belasting Bij het ontwerpen van de spuisluizen in het Haringvliet en de onderdelen daarvan heeft het wetenschappelijk onderzoek een belangrijke rol gespeeld. Enige malen zijn in deze Berichten reeds aspecten van dit onderzoek ter sprake gebracht. Zo werd in nr. 12 een verslag gegeven van het hydraulisch modelonderzoek dat werd ingesteld en voorts werd in nr. 15 melding gemaakt van het onderzoek met behulp van een model op schaal van de nablaligger. In nr. 20 is dit laatste onderwerp nogmaals uitvoerig aan de orde gekomen. In het onderstaande zal o.m. aandacht worden geschonken aan het onderzoek met be trekking tot het z.g. dynamische gedrag van de sluizen. Onder dynamisch gedrag van een constructie verstaat men de responsie ofwel de weerwerking van het bouwwerk ten aan zien van de optredende schokbelasting. In hoofdzaak gaat het hierbij om de trillingen die aan de constructie eigen zijn en om de vraag of in verband hiermee door de te ver wachten schokbelasting en het ritme waarmee deze optreedt resonanties in de constructie zijn te vrezen, waardoor de belastingen met een factor, genaamd stootcoëfficiënt, worden vergroot. De optredende golfstootbelasting was niet zonder meer bekend. Om deze te bepalen werd gebruik gemaakt van hydraulische schaalmodellen. Deze hebben overigens ook ge diend om de meest gunstige vormgeving van de constructie onder verschillende belastings- gevallen vast te stellen. Onderzocht zijn in dit verband o.a. de golfdruk op het voorvlak van de schuiven, het trillen van de sluizen bij sluisgang en ook de verticale krachten die bij een combinatie van onderdoorstromend water en aanrollende golven op de schuiven worden uitgeoefend. Bij het vaststellen van deze belastingen is er rekening mee gehouden dat alle gegevens hiervoor ontleend zijn aan hydraulische en mechanische, verkleinde mo dellen van de in werkelijkheid ontworpen constructies (prototypes). Niettegenstaande de modelproeven in zeer uitgebreide zin, met de meest mogelijke zorg en onder gebruik making van de modernste apparatuur zijn verricht, moet het toch mogelijk worden geacht dat de belastingen op het kunstwerk in de werkelijkheid enigszins zullen afwijken van het geen bij de modelproeven is gemeten. Er bestaat wat dit soort modelproeven betreft bepaald nog een gemis aan controlerende gegevens, waardoor het schaalexperiment aan de hand van metingen in de natuur kan worden geverifieerd. Het zou derhalve niet verstandig zijn om de thans geboden gelegen heid tot het maken van een goede vergelijking tussen de resultaten van modelmetingen en metingen aan het werkelijke bouwwerk ongebruikt te laten voorbijgaan. Hier komt 115

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1963 | | pagina 5