Het spoor ligt thans op een hoogte van N.A.P. 2,48 m. De coupure grenst evenwel niet
rechtstreeks aan open water. Zij bevindt zich in de bescherming van de oude hoogwater
kering, die een hoogte heeft van ongeveer 3,85 m boven N.A.P. en die ook in de toekomst
blijft bestaan. Een werkelijke bedreiging door hoog water kan pas voorkomen bij water
standen die de hoogste thans bekende zullen overschrijden. Eerst dan zal het tussen
de beide dijken gelegen spoorwegterrein onder water lopen. Er is dus voldoende tijd be
schikbaar om de coupure te sluiten. Deze is daartoe voorzien van een stel houten punt-
deuren. Voor geval van nood wordt in de nabijheid een zand- en kleidepot in gereedheid
gebracht.
De onder a, be n c genoemde werken waren op 1 oktober 1962 gereedgekomen.
De bouw van de hoogwaterkerende muur is nog in uitvoering. De waterkerende hoogte
van het gedeelte tussen de keersluis en de coupure is vastgesteld op N.A.P. 5,60 m, die
van de coupure zelf op N.A.P. 6,00 m.
Deze muur heeft drie gedeelten. Ten eerste het stuk dat aansluit op de keersluis en
dat in verband met de geringe beschikbare ruime slechts bestaat uit een enkele damwand
langs het spoorwegperron. Aangezien het perron een extra beschutting geeft tot N.A.P.
4,75 m, kan deze voorziening voldoende worden geacht.
Ten tweede het middengedeelte tussen spoorbaan en bebouwing; dit wordt gemaakt van
gewapend beton. Ten derde het gedeelte dat op de coupure aansluit, ontworpen als een
muur van ongewapend beton. Om de beide betonmuren, die zich in het stadsgebied van
Harlingen bevinden, een aantrekkelijker aanblik te verlenen zullen zij met basalt worden
bekleed.
De muren worden aangelegd op een niveau van ten minste 1 m beneden het maaiveld. Aan
de zeezijde wordt als bescherming tegen onderloopsheid stalen damwand aangebracht
met een lengte van 6 m. Een onderzoek dat werd uitgevoerd door het Laboratorium voor
Grondmechanica leidde tot de conclusie dat de muren op staal kunnen worden gefun
deerd, mits de belasting geleidelijk wordt aangebracht. De grootste zettingen zullen plaats
vinden in een periode van IV2 tot 2 jaar; zij zullen variëren tussen 6 en 15 cm.
Om een gunstig verlopende belasting van de ondergrond te bevorderen is het muur
gedeelte van gewapend beton ontworpen in de vorm van een omgekeerde T, terwijl het
andere gedeelte wordt voorzien van een verbrede voet.
Ter voorkoming van ontgronding wordt het middengedeelte van de muur aan weerszijden
135