voorziening in goede banen wordt geleid, zal het mogelijk zijn waardevolle stukken in de
vorm van natuurreservaten te behouden.
2. Duinmeren. Een geheel apart karakter draagt het duinterrein van Voorne. De duin
doornstruwelen van dit eiland zijn iets zeldzaams. In nog sterkere mate geldt dit evenwel
voor de duinpiassen, zoals het Brede Water en het Quackjeswater. Deze meren vormen
niet alleen uit landschappelijk oogpunt aantrekkelijke gebieden maar vooral ook door
hun betekenis voor het onderzoek. Op een Internationaal Limnologen Congres, dat in 1962
in Wisconsin (V.S.) werd gehouden, werden zij geplaatst op een lijst van wateren die inter
nationaal de aandacht verdienen en die, zoveel als mogelijk is, beschermd moeten worden.
3. Vroonlanden en andere natuurgebieden aan de binnenzijde van de duinen. Dergelijke
zandige, golvende weidegronden vindt men in het Deltagebied b.v. op Walcheren, Schou
wen en Goeree. Het zijn zowel botanisch als zoölogisch rijke en interessante halfnatuur-
lijke terreinen. Zij hebben o.a. een dichte weidevogelstand, vooral wanneer er, zoals op
Schouwen, naast droge ook vochtige en natte gronden voorkomen. De vroonlanden zijn
als natuurgebied met al hun rijkdom bijzonder kwetsbaar.
Hetzelfde geldt voor een ander landschapstype dat achter de duinen van het Deltagebied
hier en daar wordt aangetroffen: het houtwallen-, bosjes- en boomgaardenlandschap. Op
Schouwen wordt dit haaymeten-, op Goeree schurvelingenlandschap genoemd. De vroon
landen en haaymetenlanaschappen zijn terreinen waar de belangen van de natuurbescher
ming en van de recreatie op een goede manier kunnen worden gecombineerd. De instelling
van landschapsreservaten zal daartoe noodzakelijk zijn.
4. Binnendijkse wateren. Deze categorie omvat ten eerste oude kreken, in vele gevallen
resten van afvoergeulen uit het vroegere schorrenlandschap. Veelal bevatten zij brak
water met de daarin levende zeldzame combinaties van brakwaterorganismen. Hoewel
dergelijke kreken in vrijwel het gehele Deltagebied voorkomen zijn de Othenense kreek bij
Terneuzen en het Grote Gat bij Oostburg in Zeeuwsch-Vlaanderen misschien wel het
meest karakteristiek. Het krekengebied van Rammekenshoek bij Ritthem op Walcheren is
een voorbeeld van een recent ontstaan natuurgebied. Twee andere belangrijke kreken zijn
de Zwaakse Weel en de Ooster-Schengen op Zuid-Beveland.
Voorts behoren de uit- en afgegraven terreinen aan de binnenzijde van de dijken tot de
zeer waardevolle natuurgebieden. De zilte vegetatie in deze inlagen met hun hoge en lage
128