Hoe groot de omvang van de vloed- en ebvolumes van de voornaamste geulen is kan
worden afgelezen uit de volgende tabel:
volume in
vloed ed
Zoutkamperlaag
340
320
Gat van Schiermonnikoog
45
40
Oort met Vierhuizergat
90
75
Nieuwe Robbengat
20
20
Vaarwater naar Oostmahorn
100
100
Ter vergelijking volgen hieronder enkele gegevens omtrent ebvolumes van sluitgaten die in
het Deltagebied zijn gelegen:
ebvolume in
min m3
Brielsche Maas 17
Braakman 17
Veersche Gat 70
Haringvliet 260
Brouwershavensche Gat 325
Oosterschelde 1100
Zoals de lezers wellicht bekend is, zullen het Vaarwater naar Oostmahorn en het Nieuwe
Robbengat gelijktijdig worden afgesloten. Het ebvolume van deze afsluiting en het getij-
verschil (120 miljoen m3, resp. 2,40 m) zijn van dezelfde orde van grootte als bij het Veersche
Gat (70 miljoen m3, resp. 2,90 m).
Wat het verticale getij in het betreffende gebied aangaat, heeft men een goede karakte
ristiek in de waterstanden zoals die te Oostmahorn worden waargenomen. Deze standen
zijn (in cm ten opzichte van N.A.P.):
hoogwater
laagwater
springtij
113
- 158
gemiddeld tij
0,96
- 144
doodtij
0,77
- 116
Uit de in vroeger jaren geregistreerde hoogwaterstanden heeft men kunnen afleiden dat
éénmaal per twee jaar te Oostmahorn een waterstand wordt verwacht met een peil van
N.A.P. 3,00 m of hoger en éénmaal in de 1000 jaar een waterstand van N.A.P. 5,20 m
of hoger. Als ontwerppeil voor de afsluitdam werd een hoogte vastgesteld van N.A.P.
5,45 m.
91