De aanpassing van het Deltagebied aan de waterloopkundige veranderingen die zich zullen voordoen op de Deltawateren De uitvoering van de Deltawerken Heeft, zoals bekend, een belangrijke verandering van de waterstaatkundige toestand in het zuidwesten van ons land tot gevolg. Veranderingen, die vele consequenties hebben, zijn de wijzigingen welke de waterbewe ging in de Deltawateren zal ondergaan. In het Driemaandelijks Bericht no. 6 werd reeds aandacht besteed aan het plan voor de toekomstige waterhuishouding in het Deltagebied en de invloed op de waterbeweging, terwijl in no. 13 de op het Zeeuwse Meer in te stellen waterstanden werden besproken. Wat betreft de getijwateren ten noorden van de Volkerakdam, die tezamen het noordelijk deltabekken zullen vormen, zullen de veranderingen in de waterbeweging voor een groot deel het gevolg zijn van het spuiprogramma van de uitwateringssluizen in de Haringvliet- dam, met dien verstande, dat de aard en de grootte van deze veranderingen in sterke mate zullen worden beïnvloed door een eventuele afsluiting van de Oude Maas. Deze verande ringen betreffen in het algemeen: een verhoging van de gemiddelde waterstand, een ver kleining van het getijverschil (als gevolg van deze beide verschijnselen zullen de laag- waters hoger worden en de hoogwaters in mindere mate lager worden), wijzigingen van de stroomsnelheden en stroomrichtingen, vermindering van het zoutgehalte. Op de wateren ten zuiden van de Volkerakdam, die het Zeeuwse Meer zullen vormen, zal de getijbeweging geheel verdwijnen en zal gedurende de zomer een ten opzichte van N.A.P. enigszins verhoogd zomerpeil en gedurende de winter een enigszins verlaagd win- terpeil worden gehandhaafd; stroomsnelheden van enige betekenis zullen niet meer voor komen en het meer zal geheel verzoeten. Uit de hiervoor genoemde veranderingen vloeit de noodzaak voort van het tot stand bren gen van aanpassingen van velerlei aard. Door het hoger worden van de laagwaterstan- den zullen vele natuurlijk lozende gebieden van een bemaling moeten worden voorzien, door het hoger worden van de gemiddelde waterstanden zullen voorzieningen moeten worden getroffen bij vele bestaande gemalen en door het lager worden van de hoog waterstanden zullen in bepaalde gevallen maatregelen moeten worden genomen in ver band met het inlaten van water in polders. De aanpassing van de afwatering van de pol ders rond het Veerse Meer werd reeds besproken in het Driemaandelijks Bericht no. 10. Overleg omtrent de aanpassing van de afwatering en de waterinlaat vindt momenteel plaats ten aanzien van de volgende gevallen: het gebied van de ruilverkaveling Amerkant, het waterschap De Striene, de binnen- en buitengrachten van Willemstad, de Brabantse 79

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1962 | | pagina 27