A. De werken van het Deltaplan
Verbindingen te water en te land in het Deltagebied tot de Tweede Wereldoorlog
In vroegere eeuwen werd een geïsoleerde ligging in het algemeen veel minder als een
ernstig bezwaar ondervonden dan thans. De meeste streken waren nagenoeg zelfverzor-
gend en vervoer van goederen en mensen was gering. Wanneer men de overzeese handel
buiten beschouwing laat was er, tot iets meer dan een eeuw geleden, dan ook vrij weinig
behoefte aan verkeer en vervoer. De verbindingswegen tussen de verschillende steden en
dorpen waren veelal slecht. Dit geldt voor Nederland in het algemeen en ook voor het
Deltagebied. Daar de grond in dit gebied overwegend uit klei bestaat, waren de verkeers
moeilijkheden hier veelal zelfs bijzonder groot. De wegen bevonden zich zoveel mogelijk
ofwel op de kruinen der dijken of op de stroken zavelgrond die men hier en daar aantreft.
Het wegpatroon toont dientengevolge ook nu nog zeer veel bochten en hoeken.
De vele eilanden van het Deltagebied boden daarentegen ook een mogelijkheid zich op
betrekkelijk gemakkelijke wijze te verplaatsen: onderling zowel als met het vasteland
werden deze eilanden door beurt- en overzetveren verbonden. Bovendien dienden ook de
watergangen en smalle kanalen op de eilanden het verkeer en vervoer.
Eerste wegverbeteringen
Grote delen van het Deltagebied kenden reeds in de late Middeleeuwen een belangrijke
welvaart, wat de behoefte aan betere verbindingenn tussen de steden en dorpen sterk
stimuleerde. De eerste stap tot verbetering was in vele gevallen de bezanding van klei
wegen. Doch al spoedig werden ook de eerste bestrate wegen buiten de steden aangelegd.
Dit geschiedde vooral op Walcheren met zijn drie welvarende steden. Volgens onderzoe
kingen van C. de Waard was de weg van Middelburg over West-Souburg naar Vlissingen
de eerste die daar werd bestraat. In 1466 wordt de schenking vermeld van een jaarlijkse
rente 'om die straten daermede te doen houden van den huse van Westersoubburg tot
Middelburg toe'. De bestrating van het gedeelte van Middelburg naar Vlissingen wordt
voor het eerst genoemd in 1515.
Een andere Walcherense weg welke zeer vroeg verbeterd werd was die van Middelburg
over Brigdamme en Serooskerke naar Domburg. Het eerste deel van die weg werd reeds
in 1610-1612, het tweede (van Brigdamme naar Serooskerke) in gedeelten tussen 1645-1665
bestraat.
In 1669 werd tussen Middelburg en Veere gemaakt 'een ruyme gecalsyde en daernevens
een gesande rywech, mitsgaders een geklinckerde voetpat, ter plaatse daer de jegen-
58