plan ca. 480 ha voor agrarische doeleinden werd bestemd en het overige voor de recreatie en de natuurbescherming. Door de Deltadienst zullen de grotere civieltechnische werken worden uitgevoerd, zoals: a. de wegen met wegsloten en toegangsdammen naar de agrarische percelen; b. een landbouwhaven met loswal; c. de verruiming van de suatiegeul van het gemaal De Piet. De overige werken voor de inrichting van het agrarische gebied (egalisaties, kavelsloten, dreinages) zullen door de eigenaren van de gronden de Dienst der Domeinen en parti culieren - zelf worden verzorgd. De ontworpen wegen zullen op een drietal plaatsen aansluiten op het net van polder wegen in het oude land. In het westen wordt aangesloten op een weg die in uitvoering is in het kader van de ruilverkaveling Kleverskerke op het eiland Walcheren in het zuid oosten op de weg die in Lewedorp aansluiting geeft op de rijksweg van Middelburg naar Goes, terwijl bij het gemaal De Piet een verbinding zal worden gemaakt tussen de weg in het nieuwe land en de bestaande op- en afritten nabij het voormalige loswalterrein. Voorlopig zal deze weg in het noorden doodlopen. Tezijnertijd kan hij echter worden doorgetrokken en worden aangesloten op het wegennet ten noorden van Wolphaartsdijk. In verband met de sterke ontwikkeling van de recreatie die rondom het Veerse Meer wordt verwacht is de breedte van de wegverhardingen gesteld op 5 m. Ook de aansluitende weg in de ruilverkaveling Kleverskerke zal deze breedte verkrijgen. Ter weerszijden van de ver harding zijn bermen ontworpen met breedten van 5,50 en 8,50 m, zodat de wegen te zijner tijd, als dit nodig mocht blijken, kunnen worden verbreed dan wel rijwielpaden kunnen worden aangelegd. De uitvoering van het plan brengt mee dat een groot deel van de dijken van de Calandpolder, die als een eiland midden in het nieuw gewonnen land ligt, moeten worden afgegraven. De suatiegeul van het gemaal De Piet, dat een capaciteit heeft van 465 m3/min., moet worden verruimd en genormaliseerd om de bodem en de oevers van deze kreek tegen uitschuring te beschermen. Daarvoor is een bodembreedte nodig van 17 m en een diepte van 2,50 m beneden het zomerpeil. Getracht zal worden het kreekkarakter zoveel mogelijk te handhaven. Nadat beplantingen zullen zijn aangebracht langs de oevers van de kreek zal een landschappelijk bijzonder fraai geheel ontstaan dat ongetwijfeld zijn aantrekkings kracht zal uitoefenen op de kleine watersport. In de wegkruising nabij de mond zal daar om, in plaats van een duiker, een brug van gewapend beton worden opgenomen waarvan de onderzijde op 2,50 m boven het zomerpeil wordt gelegd. Een terrein ten zuiden van de mond van de kreek ter grootte van 20 ha, zal met bos worden beplant, terwijl aansluitend op het natuurgebied ten noorden van de mond een bos van 50 ha is geprojecteerd. Nabij de mond van de kreek komt een haven met loswal voor de afvoer van landbouw- produkten in de eerste plaats uit het nieuwe land, maar ook eventueel uit Zuid-Beveland of Walcheren. Diepte en breedte van de toegangsgeul en van de haven werden berekend op de ontvangst van binnenschepen van 500 tot 600 ton. Aangezien verwacht mag worden dat slechts één schip tegelijk geladen zal worden, kan de loswallengte beperkt blijven tot 20 m. Het hier besproken agrarische gedeelte sluit in het westen aan op een recreatiegebied, voor de inrichting waarvan door de gemeente Arnemuiden plannen worden ontworpen. Op zijn beurt wordt dit gebied voortgezet door een betrekkelijk smalle strook van schorren voor de Oranjepolder, die een onderdeel vormen van het recente geschenk van het 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1962 | | pagina 39