SCHOUWEN DUIVELAND Aanzicht van het bruggedeelte dat zal aansluiten op de oever van Schouwen-Duiveland. onderhevig zal zijn om financiële redenen onaantrekkelijk bevonden. Uitstel van dit plan tot in 1978 deze zeearm wel afgesloten zou zijn kon ook niet in overweging worden ge nomen. Derhalve heeft de Provinciale Waterstaat tenslotte het oog laten vallen op een brugverbinding. Het ontwerp van de brug De voornaamste technische moeilijkheden die moeten worden overwonnen zijn het gevolg van de grote diepte van de Oosterschelde en de te verwachten ijsdrukken. In het tracé komen diepten voor van omstreeks 35 m beneden de gemiddelde zeestand. De in Neder land bij de rijksbruggen gebruikelijke pijlerconstructie komt vanwege de enorme kosten in dit geval dan ook niet in aanmerking. Van meet af aan is daarom gezocht naar een pijlerconstructie die de toepassing van bouwkuipen overbodig maakt, terwijl bovendien gelet moest worden op een uitvoeringswijze die een zo gering mogelijke bouwtijd vergt, aangezien de brug gereed moet zijn kort nadat de Grevelingendam en de Haringvlietbrug voor het verkeer zullen zijn opengesteld. Het onderste deel van elke brugpijler bestaat uit holle, op de wal vervaardigde betonnen putten, die een uitwendige diameter van 4,25 m hebben. De langste van deze putten zullen ongeveer 50 m lang zijn. Perspectiefschets van de 5 km lange brug. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1962 | | pagina 16