De spanning van 10 kV zal via een ringleiding over het gehele spuisluizencomplex
worden gevoerd en door een tiental, om de andere pijler te plaatsen, transformatoren
worden omgezet in een spanning van 500 Volt. De motoren van de hydraulische pom
pen zullen op deze voor een laagspanningsnet betrekkelijk hoge spanning worden
geschakeld om de spanningsverliezen zo gering mogelijk te doen zijn. Ook het laag
spanningsnet zal als een ringleiding worden uitgevoerd.
De inrichting van zowel het hoogspannings- als het laagspanningsnet is zodanig dat
delen van het net die defect raken, b.v. door kabelkortsluiting of een fout in een trans
formator e.d., door middel van een aantal op afstand bedienbare schakelaars kunnen
worden overgeschakeld op het intact gebleven deel van het net.
Behalve de bovengenoemde netten van 10 kV en 500 Volt zal voor het gehele complex
nog een net van 380 Volt spanning worden ingericht voor de overige motoren, ver
lichting e.d., terwijl o.a. voor op afstand bediende relais en voor een deel van de nood
verlichting in een gelijkstroomvoeding van 220 Volt wordt voorzien.
De bediening van de segmentschuiven zal in principe op afstand geschieden in het
centrale bedieningsgebouw. Ten behoeve van onderhoudswerkzaamheden e.d. wordt
evenwel ook in de afzonderlijke machineruimten apparatuur voor in- en uitschakeling
aangebracht. Inbedrijfstelling ter plaatse zal slechts mogelijk zijn nadat de centrale
bedieningspost daarvoor toestemming heeft gegeven.
Voor de afstandbediening wordt op de bovenste verdieping van het gebouw een groot
paneel opgesteld, waarop de 17 doorlaatopeningen met schuiven en bijbehorende
leidingnetten zullen zijn aangegeven. De op enige afstand voor het bord geplaatste
lessenaar bevat de eigenlijke bedieningsapparatuur. Teneinde een opgedragen manoeu
vre uit te voeren kan het personeel door middel van knoppen op het schakelbord de
gewenste standen van zee- zowel als rivierschuiven instellen. Zijn alle knoppen in de
juiste stand gebracht dan kunnen met behulp van één enkele hoofdschakelaar alle
betreffende schuiven in beweging worden gebracht. Zodra deze de vereiste stand
hebben bereikt, wordt de beweging automatisch stopgezet.
Hoewel de beide uiteinden van een schuif door twee onafhankelijk van elkaar werken
de hydraulische hefwerktuigen bewogen worden, zijn grote verschillen in snelheid niet
te verwachten. Bij een eventuele niet-horizontale stand van de schuif vindt overigens
automatisch correctie plaats. Uiteraard zullen de standen van de schuiven op het grote
centrale bedieningspaneel kunnen worden afgelezen.
Zoals wel vanzelf spreekt worden in het schema de nodige blokkeringen opgenomen
teneinde een onjuiste bediening onmogelijk te maken. Zo zal een schuif slechts uit de
gesloten stand kunnen worden getrokken, nadat de druk in de zich aan weerszijden
bevindende rubber banden is verwijderd. Om lekkage en het daarmee gepaard gaande
binnendringen van zout bij gesloten schuiven te voorkomen worden de spleten tussen
de pijlerwanden en de zijkanten van een schuif namelijk opgevuld door banden van
rubber, die onder een druk van ca. li atm. worden opgepompt en op deze wijze, on
danks eventuele speling tussen het beton en het staal, een zeer goede afdichting
mogelijk maken. Voor het oppompen van de banden wordt binnen de nablaligger
een persleidingnet aangebracht; op drie plaatsen zal een compressor met persvat de
nodige luchtdruk opwekken.
16
Maquette van het voorlopige ontwerp voor de bedieningsruimte
In de bedieningsruimte wordt tevens de apparatuur opgenomen voor de bediening
van de schuiven in de vis- en de zoutriolen.
In een zestal pijlers bevinden zich visriolen. In elk riool wordt zowel aan de land- als
aan de zeezijde een schuif aangebracht. Met behulp van een tijdklok zal automatisch
een programma worden afgewerkt, waarbij afwisselend de ene schuif bijna dicht en de
andere geheel open is, en omgekeerd. Op deze wijze wordt een zwakke stroom onder
houden die de vissen binnen de sluis lokt. Zij zullen daardoor regelmatig, tegen het
verval in, worden 'doorgeschut'.
Op de bedieningslessenaar kan een keuze worden gemaakt tussen automatische en
niet-automatische bediening van deze schutriolen, terwijl bovendien de mogelijke
combinaties van standen van de schuiven voor elk riool door verklikkerlampjes
worden aangegeven.
De zoutriolen, waarvan er zich twee in het noordelijke en drie in het zuidelijke land-
hoofd bevinden, dienen voor het spuien van het zoute water; de inlaatmond ligt uit
de aard der zaak zo diep mogelijk. Om een maximaal nuttig effect te verkrijgen moet
gezorgd worden voor een bepaalde gemiddelde snelheid van het water bij de inlaat
van het riool. Bij een te grote snelheid wordt namelijk zoet water uit de bovenlagen
aangetrokken, terwijl het zoutere bodemwater ter plaatse zal blijven zweven. De ge
wenste snelheid in het riool wordt automatisch ingesteld door de rioolschuif meer of
minder te sluiten. De schuiven worden volledig gesloten indien de zeespiegel een hoger
niveau bereikt dan de binnenwaterstand. Ook de riolen van de vissluizen worden dan
gesloten.
De elektromechanische inrichting van de sluizen zal in 1964, het jaar van de voltooiing
van het complex, nog niet geheel bedrijfsklaar zijn. Het zal echter wel mogelijk zijn
om door bediening ter plaatse de schuiven één voor één te heffen en te grendelen.
17