capaciteit van 120 ton per uur. De aard van het werk het toe dat de molen werd af gesteld op een capaciteit van 80 ton per uur. Het asfaltmengsel werd met kipauto's naar het werk gereden waar de laadbak werd leeggestort in een stalen bak, waaruit het door een dragline met grijper werd opge nomen en in het werk gebracht. Door harkers werd de specie verder gespreid, waarna deze met een motortrilwals van 450 kg werd voorgewalst. De verdere verdichting geschiedde met een tweetal motortrilwalsen van 750 kg en een zwaardere van 1230 kg, welke laatste bovendien tot taak had de gemaakte walssporen te verwijderen. Voor het verdichten van het buitentalud, dat een helling verkreeg van 1:5, werd soms gebruik gemaakt van een bandenwals die daarbij in langsrichting heen en weer reed. In het algemeen kon deze wals in verband met het grote gewicht slechts worden toegepast op het gedeelte dat reeds een dag tevoren was gereedgekomen. Op het gedeelte van het buitentalud waar de asfaltbekleding in twee lagen moest wor den aangebracht werd voor het spreiden enige tijd een wegschaver (grader) gebruikt. De specie werd uit de kipauto's direct op de 10 cm dikke onderlaag gestort, waarna de grader in één keer het mengsel uitspreidde. Omdat de maatvoering moeiüjkheden op leverde werd deze werkwijze echter gestaakt. Op het binnentalud, dat een helling verkreeg van 1:3, werd bij het verdichten een enigszins andere werkwijze gevolgd. Boven het gedeelte waar de specie werd gestort stonden lieren opgesteld, waarmee het mogelijk was twee walsen tegen het talud omhoog te trekken. Voor de eerste verdichting zorgde de wals van 450 kg. Als tweede werd de wals van 750 kg tegen het talud omhooggetrokken, waarbij tevens het trilmechanisme in wer king werd gesteld. De verdere verdichting geschiedde met de walsen van 750 kg en 1230 kg. In verband met de sterke helling van het talud kon de bandenwals op deze plaats niet worden gebruikt. Bij het aanbrengen van de asfaltbekledingen is veel last ondervonden van het stuiven van zand, waardoor het werk meermalen moest worden gestaakt. De zandtaluds moesten als gevolg van het verstuiven soms meer dan eens onder profiel worden ge bracht. Grondwaterstanden in het onderzochte damgedeelte 14 Verdichting van de asfaltbekleding op het buitentalud met behulp van een bandenwals Op 20 december werd begonnen met het maken van de asfaltbekleding op het gedeelte waarbinnen in een later stadium de uitwateringssluis voor de Zuiderdiep- boezem zal worden gebouwd. Daar het hierbij om een tijdelijke bekleding gaat werd grindasfaltbeton toegepast. In verband met het slechte weer moest de productie herhaaldelijk worden onderbroken. Met betrekking tot het tijdschema moet worden opgemerkt dat het werk ongeveer drie maanden langer heeft geduurd dan in het voornemen heeft gelegen. Het zandbedrijf is op tijd klaar gekomen dank zij het feit dat gedurende de gehele periode met dubbele ploegen werd gewerkt, wat niet de opzet is geweest. Als gevolg van het hoge slibgehalte kon het zand moeilijk ontwateren, zodat het aan brengen van de asfaltbekledingen niet op tijd kon beginnen. Ook de producties van het asfaltbedrijf zijn beneden de verwachtingen gebleven, daar veel stagnatie is op getreden ten gevolge van het slechte weer. ZAKBAKENS MET FILTERCONSTRUCTIE 31 MRT. 1961 20 APR1961 Foto G. de Klerk 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1962 | | pagina 9