maar ook voor andere voor het werk hinderlijke factoren. Hieronder vallen onweers
buien, plotseling opkomende mist e.d.
Vervolgens onderhoudt de afdeling een wachtdienst tijdens de weekeinden. Het
meeste werkmaterieel zal gedurende het weekeinde op een weinig kwetsbare plaats
worden achtergelaten, doch er kunnen zich omstandigheden voordoen, zoals een
zware storm of een hoge waterstand, als gevolg waarvan niettemin schade kan worden
verwacht. Voor elk van de werken zijn bepaalde meteorologische grenzen vastgesteld,
waarboven kans op beschadigingen aanwezig kan worden geacht. Is de weersontwik
keling zodanig dat overschrijding van deze grenzen waarschijnlijk lijkt, dan behoort
het tot de taak van de wachtdienst een waarschuwing te geven, zodat tijdig maatregelen
kunnen worden genomen.
De bijgaande figuur geeft een beeld van het aantal weersverwachtingen dat per maand
door de dienst werd uitgegeven. Een splitsing is gemaakt in vier groepen van
aanvragers, te weten: Deltawerken, (alle werken in Zuidwest-Nederland), Lauwers-
zeewerken (aanvragen van het kantoor van de Rijkswaterstaat te Oostmahorn in
Friesland), werken havenmond IJmuiden en particulieren, een verzameling van inci
dentele aanvragen van waterschappen, boeren e.a. Duidelijk is in de figuur een op
gaande lijn te herkennen, waaruit blijkt dat de groei van de dienst nog steeds voortgang
vindt. Gebleken is voorts dat de kleine fluctuaties in het aantal aanvragen worden
veroorzaakt door de wisselingen in de algemene weerstoestand. Zo valt de piek in
oktober 1961 te verklaren uit de grote wisselvalligheid en onrust van het weer van die
maand, terwijl november wat rustiger weer bracht, wat het aantal aanvragen deed
verminderen.
In de hierna volgende tabel is aangegeven het aantal dagen per maand dat waarschu
wingen voor wind en hoge waterstanden aan de Deltawerken werden uitgegeven. Zoals
te verwachten valt, is dit aantal in de winter groter dan in de zomer.
Behalve met de voorlichting op weerkundig en oceanografisch gebied houdt de
meteorologische afdeling te Zierikzee zich bezig met wetenschappelijk onderzoek. Er
zijn verschillende onderwerpen die aan een nadere studie worden onderworpen.
Enerzijds geschiedt dit met het doel te komen tot beter gefundeerde weersverwachtin
gen, anderzijds wordt hiermee beoogd het algemene inzicht te vergroten. Op een enkel
punt van dit onderzoek kan hier nader worden ingegaan.
Het aantal weers
verwachtingen dat per
maand door de me
teorologische afdeling
te Zierikzee is uitge
geven
Bij de uitvoering van de Deltawerken heeft men behoefte aan een zo nauwkeurig
mogelijke verwachting van de hoogte der waterstanden. De juistheid van deze ver
wachting hangt enerzijds af van de nauwkeurigheid, waarmee het astronomische
getij is te berekenen, anderzijds spelen meteorologische factoren een rol. Wat deze
laatste betreft is in het bijzonder van belang de invloed die het windveld boven het
Noordzeegebied op het wateroppervlak uitoefent. Deze meteorologische factor is te
berekenen voor plaatsen die aan de kust zijn gelegen. Wat gecompliceerder ligt de
zaak ten aanzien van de werken op enige afstand van de kust, zoals in de Greve-
lingen en in het Volkerak. De plaatselijke, boven de zeearmen aanwezige wind heeft
daar nog een extra invloed op de waterstand, terwijl bovendien bij hoge waterstanden
de bodemfiguratie, bestaande uit geulen en banken, een rol speelt. Wanneer de banken
vrij diep onder water geraken, neemt de doorstroomcapaciteit voor het vloedwater
toe, wat speciaal bij verder landinwaarts gelegen plaatsen merkbare gevolgen heeft.
De voorlopige resultaten van dit onderzoek worden reeds verwerkt bij het opstellen
van de waterstandsverwachtingen.
Een ander studieonderwerp kan worden omschreven als het probleem van de golf
beweging voor de Nederlandse kust en tussen de eilanden. Kennis van de golf
beweging is van direct belang, omdat bepaalde werkzaamheden door hoge golving
belemmerd of verhinderd worden. Voorts dient het inzicht in de golfbeweging te
worden verruimd ten behoeve van het algemene kustonderzoek, d.w.z. het onderzoek
naar de mogelijke veranderingen die de kust zal ondergaan na voltooiing van de af
sluitingen. Wat het eerste punt betreft, de werkbaarheid te water, is het duidelijk dat
deze van verschillende factoren zal afhangen. Ook windsterkte en zicht spelen een
rol, doch de golfbeweging is toch wel het belangrijkste criterium. Dit brengt mee dat
het speciaal met het oog op de toekomstige grote werken in het Brouwershavensche
Gat en de Oosterschelde noodzakelijk zal worden om golfverwachtigingen te gaan
uitgeven.
De golfbeweging in de zeearmen vormt als gevolg van de talrijke geulen en banken een
ingewikkeld vraagstuk. De apparatuur, die de gegevens voor het onderzoek naar
deze golfbeweging moet verschaffen, bestaat uit z.g. golfpalen waarop automatisch
35
WINDSTERKTE
1960
1961
IN AANTAL
O
N
BEAU FORTS
S
O
N
D
J
F
M A
M J
J
A
S
7
2
3
7
2
2
1
3 1
3
5
3
2
5
5
8
1
5
1
4
1
1
1
1
1
9
3
1
3
1
1
2
3
10
1
1
1
>5 dm VERHOGING
1
1
2
2
4
3
3
1
2
2
5
34
•^DELTAWERKEN
MRT MEI JULI SEPT NOV.