Productie en transport van eindschotten
Een gekanteld eindschotgedeelte wordt opgelicht Het laatste van de drie delen waaruit een eind
en getransporteerd schot is samengesteld wordt op de pijler geplaatst
Het kantelen
Het blok wordt horizontaal op de kantelinrichting
geplaatst
Elke nablaligger bestaat uit een rij van 22 moten, aan weerszijden
opgesloten tussen eindschotten die op de pijlers rusten. Van elke
ligger worden eerst de beide eindschotdelen vervaardigd. Deze
worden elk in drie stukken gestort op een van de drie productie-
velden die daartoe in gereedheid zijn gebracht. Het beton wordt
in kipauto's aangevoerd van de betonmolens die ook het materiaal
hebben geleverd voor de vloeren en de pijlers. Wanneer het beton
voldoende verhard is worden de stukken door de portaalkraan
horizontaal, dus in de stand waarin zij op de sluisvloer zijn ver
vaardigd, opgenomen en vervoerd naar de plaats waar een kantel
inrichting staat opgesteld. Hier worden de kabels van de hefkraan
zodanig bevestigd dat het mogelijk wordt de eindschotgedeelten
verticaal op te richten. Indien zij op de plaats van vervaardiging
in verticale stand zouden worden gebracht, zou als gevolg van het
grote gewicht van de blokken de onderkant ervan worden be
schadigd.
Nadat het onderstuk op zijn plaats op de pijler is neergelaten
worden de beide bovendelen aangevoerd en bevestigd. Vervolgens
worden de voegen tussen de delen met beton opgevuld. In de
schotten zijn twee openingen uitgespaard die toegang geven tot
het inwendige van de nablaligger.
Een gereedgekomen eindschotgedeelte wordt uit de
bekisting getild