zuiger 'Arlesienne' in twee sneden van ongeveer drie meter dikte verwijderd. Aanvan
kelijk werd gewerkt met een capaciteit van 50 uur per week. Half november moest ook
hier, om het tempo te bespoedigen, tot continubedrijf worden besloten. Er werd
gewerkt van maandagochtend 9 uur tot vrijdagmiddag 3 uur. De gemiddelde week-
productie bedroeg eveneens 18 000 m3.
Het zand voor de opritten (435 000 m3) werd met behulp van de grondzuiger 'Holland
VI' gewonnen in het Hellegat en direct in het werk gespoten. De zuiger was daartoe
door een 200 m lange drijvende leiding verbonden met een perssteiger van 300 m
lengte. Het bestek bepaalde dat de opritten tot een hoogte van N.A.P. 10 m moesten
worden opgespoten en dat de verdere opbouw tot N.A.P. 16,75 m naderhand in
den droge diende te geschieden. De vordering van de werkzaamheden werd afhankelijk
gesteld van de waterspanningen in de ondergrond die regelmatig werden gemeten.
Het opspuiten van de opritten heeft plaats gevonden in vijf lagen. Door afwisselend de
zuidelijke en de noordelijke oprit met een laag van ca. twee meter op te hogen, waar
door de belastingen betrekkelijk langzaam werden vergroot, kreeg de ondergrond
voldoende gelegenheid zich te consolideren. Het werk kon dan ook zonder onder
breking worden voortgezet. Ongeveer drie maanden na het opspuiten was het zand
voldoende droog en kon een aanvang worden gemaakt met het droge grondwerk. Om
verstuiving tegen te gaan werd stro ingeëgd en werden stuifschermen geplaatst.
De betonglooiingen werden uitgevoerd met blokken van het systeem 'Diabool' in
dikten van 15 en 20 cm. De verschillende onderlagen van klei of mijnsteen werden
daarbij afgedekt met een 10 tot 20 cm dikke afzetlaag van grindzand. Het aanbrengen
van deze laag heeft goed voldaan.
De afdeklagen, die langs de havenoever in de tijzone beneden de betonglooiing zijn
toegepast en die bestaan uit grindzand en grind, zijn voor een deel aangebracht in een
bemalen sleuf. Waar dit niet mogelijk was ontstonden bij het verwerken enige moeilijk
heden door het uitzakken van de belopen. Het verdient dan ook aanbeveling dergelijke
afdeklagen op taluds in den droge aan te brengen.
De uitvoering van het werk is door verschillende omstandigheden belangrijk vertraagd.
Volgens het bestek diende het in negen maanden klaar te zijn; in werkelijkheid heeft
het 16 maanden in beslag genomen. Het uitzonderlijk natte weer en het regelmatig in
lopen van de buitenpolder Maltha hebben de wegen maandenlang onbegaanbaar
gemaakt.
Met de bouw van de schutsluizen kan nu omstreeks november, naar wordt verwacht,
een aanvang worden gemaakt.
Vorderingen van enige onderdelen van het werk
Prefabricage van eenheidscaissons
Eenheidscaissons zijn kleine gewapend betonnen elementen die als hulpmiddel worden
gebruikt bij het opbouwen van dijkvakken in stroomgeulen en het afgrendelen van
kleine sluitgaten. De afsluiting van de Zandkreek werd geheel met behulp van een
heidscaissons tot stand gebracht. Bij het Veersche Gat werden zij gebruikt voor de
verbinding tussen de dijkkoppen en de daarvoor geplaatste landhoofden, voor de
bouw van de stroomgeleidende dammen die op de landhoofden aansloten en voor een
loswal. Een beschrijving van het normale type is gegeven in het Driemaandelijks
Bericht nr. 8.
De eenheidscaissons bestaan uit een samenstel van 17 verticale wanden; zij kunnen
worden uitgevoerd met of zonder een bodemplaat. Tot nu toe geschiedde de vervaardi
ging aldus dat op de gereedgekomen bodemplaat de bekisting voor de wanden werd
gesteld, waarna daarin de wapening werd aangebracht en het beton gestort. Het
zuiver stellen van deze bekisting en het daarin vlechten van de wapening vroegen bij
zondere aandacht en vaardigheid, terwijl ook het storten van de dunne en naar ver
houding hoge betonwanden de nodige voorzorgen vereiste. De constructie geschiedde
op een langgerekte bouwplaats die gunstig moest zijn gelegen ten opzichte van het
afsluitingswerk en tevens, in verband met het transport van de caissons, aan groot
vaarwater diende te liggen.
De tot dusver gevolgde vervaardigingswijze was nogal arbeidsintensief en, vooral als
gevolg van de vele vierkante meters wandbekisting, kostbaar, terwijl ook het vinden
van een gunstig gelegen werkterrein vaak niet eenvoudig was.
Nu de toepassing van eenheidscaissons bij de recente afsluitingen opnieuw een succes
is gebleken, kan worden verwacht dat ook bij de komende afsluitingswerken voor
verschillende doeleinden van dit caissontype gebruik zal worden gemaakt. Het is
daarom van belang dat wordt gezocht naar middelen om de kostprijs van de elementen
te verlagen en de vervaardiging ervan te vereenvoudigen, twee factoren die, tot op
zekere hoogte, hand in hand plegen te gaan.
Naar het zich laat aanzien zijn in dit opzicht goede resultaten te bereiken door de
wandgedeelten van de caissons, met uitzondering van de hoekverzwaringen, te pre
fabriceren. Het voordeel daarvan is dat de wandgedeelten in serie kunnen worden
gebouwd, zonder dat daarvoor een houten bekisting nodig is. Zij behoeven niet
langer verticaal gestort te worden maar kunnen vlakliggend en zonodig in stapels
worden vervaardigd. Door bij de wapening in ruimere mate van 'Baustahlgewebe'
gebruik te maken, dat klaar van de fabriek wordt betrokken, kan tevens een besparing
op het vlechtloon worden verkregen.
Bovendien wordt het mogelijk de wandplaten in een besloten ruimte te maken, waar
door het werk aan de invloed van weersomstandigheden wordt onttrokken.
Voor het samenstellen van de onderdelen tot caissons kunnen de gereedliggende
platen van een van tevoren gereedgemaakte voorraad worden betrokken en verticaal
gesteld, waarna de knooppunten tussen de wanddelen en de eventuele bodemplaat
25