Bovenaanzicht van de schutsluizen aan een betonplaat op betonpalen zijn verankerd en waartussen een open vloer wordt gelegd, afgedekt met stortsteen of een andere waterdoorlatende bekleding. De kosten vandeze in technisch opzicht minder aantrekkelijke sluistypen bleken echter niet zoveel lager te liggen dat de keuze hiervan verantwoord kon worden geacht. De ondergrond ter plaatse van de toekomstige sluizen is als volgt samengesteld: De bovenste lagen van het terrein, tot een diepte van N.A.P. 5 m, bestaan uit fijn slibhoudend zand. Onder deze zandlagen bevindt zich op de meeste plaatsen een dunne veenlaag. Beneden N.A.P. 5 m volgt een kleilaag, waarvan de onderzijde op een peil variërend van ongeveer 5,5 m tot 10 m beneden N.A.P. ligt. Van de onderkant van de kleilaag tot plaatselijk ongeveer 15 m beneden N.A.P. strekt zich een slib- houdende laag matig fijn zand uit, terwijl daaronder een laag matig grof tot grof zand met groot draagvermogen is gevonden. Boven het peil van ongeveer 10 m beneden N.A.P. is de grondslag slap en niet ge schikt om op te funderen. Daar de onderzijde van de sluizen op N.A.P. 8 a N.A.P. 9 m zal komen te liggen, d.w.z. slechts enkele meters boven de goede grondslag, kwamen drie methoden van funderen voor nader onderzoek in aanmerking. De eerste was het uitbaggeren van de slechte lagen en het aanvullen ervan met goed zand tot de onderzijde van de sluisvloeren. De tweede was het funderen van de vloeren op korte palen die met de punt tot gemiddeld N.A.P. 12 m worden geheid. In de derde plaats was het mogelijk de slappe lagen te verwijderen en de vloeren van de sluis- kolken iets lager te leggen dan voor de scheepvaart nodig is. Deze derde methode bleek zowel uit technisch als financieel oogpunt de voorkeur te verdienen. Terwijl de drempels voor de sluisdeuren op N.A.P. 6,25 m komen te liggen, zullen daarom de kolkvloeren beneden N.A.P. 7,50 m worden aangelegd. De beide sluizen zullen zoals gezegd worden uitgerust met een 'buitenhoofd', een 'tussenhoofd' en een 'binnenhoofd'. Elk van de zes hoofden wordt, in verband met het feit dat zowel van het Haringvliet naar het Volkerak als omgekeerd verval te verwach ten is, voorzien van twee stel stalen puntdeuren. Aan dit type deuren is de voorkeur gegeven omdat zij niet alleen eenvoudig te bedienen zijn, doch ook snel verwisseld kunnen worden in geval van schade. Het vullen en ledigen van de kolk zal geschieden door middel van schuiven die in de deuren zijn aangebracht. De deuren worden be wogen door hydraulische duwpersen die bij hoge waterstanden onder water kunnen komen te staan, maar ook dan bedrijfsklaar zullen blijven. Het elektrisch gedeelte van de bewegingswerktuigen der deuren wordt met het oog daarop watervrij of waterdicht opgesteld. De basculebrug over de oostelijke sluis wordt van staal gemaakt, de breedte ervan zal 32 m, de overspanning ca. 30 m bedragen. De brug zal met twee enkele klappen worden uitgerust om het wegverkeer zo min mogelijk overlast te bezorgen wanneer reparaties en onderhoudswerken worden uitgevoerd. De kelder van gewapend beton die geheel los van de sluismuren wordt gefundeerd zal als één geheel worden geconstrueerd. Zij wordt uitgevoerd aan de Brabantse kant om het uitzicht van het sluispersoneel niet te belemmeren. Er wordt overwogen deze kelder van een waterdichte bekleding te voor zien teneinde lekkage door krimpscheuren te voorkomen. Het vaste viaduct over het sluiseiland en de westelijke sluis wordt gemaakt van voor gespannen beton. De lengte van het viaduct wordt 114 m, verdeeld in drie over spanningen. Het landhoofd aan de westzijde van het viaduct zal zo worden geconstrueerd dat het ook geschikt is voor de oplegging van een nieuwe basculebrug in het geval tot de bouw van een derde sluis wordt overgegaan. Ook bestaat de mogelijkheid, indien de toeneming van het wegverkeer dit noodzakelijk maakt, meer noordelijk een tweede stel bruggen over de sluizen te bouwen, zodat het verkeer ook bij geopende brug doorgang kan vinden. Behalve de centrale bedieningspost komt op het sluiseiland een kantoorgebouwtje en bij elk sluishoofd een afzonderlijke bedieningslessenaar voor het geheel mechanisch openen en sluiten van de deuren en schuiven. Aan de oostzijde van het sluiscomplex zal een machinegebouw verrijzen, waarin de reserve dieselelektrische apparatuur en een magazijn met werkplaats worden onder gebracht. Overbrugging van de beide sluizen 20 2500 basculebrug! 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1961 | | pagina 12