1 O De schutsluizen in de Volkerakdam Het Volkerak is een van de drukst bevaren wateren in ons land: jaarlijks passeren er thans rond 100 000 schepen. Ongeveer drievierde gedeelte hiervan wordt gevormd door de doorgaande vaart tussen Antwerpen en de Rijn via het Kanaal door Zuid- Beveland. Het overige deel bestaat uit de vaart via het Kanaal door Walcheren en die op de verschillende havens langs de Zeeuwse wateren. Het is duidelijk dat ten behoeve van deze scheepvaart voorzieningen moeten zijn getroffen wanneer het Volkerak aan de noordzijde wordt afgesloten. Zoals bekend, is in het ontwerp voor de afsluiting een tweetal schutsluizen opgenomen. Aangezien volgens het tijdschema van de Deltawerken uiterlijk in het vroege voorjaar van 1966 met de afsluitingswerkzaamheden in de vaargeul een begin zal worden gemaakt, moeten de sluizen voor die tijd gereed zijn. Met dit doel voor ogen is in het afgelopen jaar nabij Willemstad een bouwput gemaakt, waarbinnen de sluizen in den droge kunnen worden gebouwd. Elders in dit nummer is een verslag opgenomen van de aanleg van deze bouwput met aansluitende werkterreinen, etc. De opzet van het sluiscomplex Zolang de Oosterschelde nog niet is afgesloten zal het waterpeil ten zuiden van de Volkerakdam in het algemeen wisselen tussen N.A.P. +2men N.A.P. 2 m. Ten noorden van de dam, op het afgesloten Haringvliet, zal de waterstand zich veelal bewegen tussen N.A.P. en N.A.P. 1 m. In een later stadium, wanneer het Zeeuwse Meer tot stand is gekomen, zal de waterstand ten zuiden van de dam niet meer aan zulke grote dagelijkse schommelingen onderhevig zijn, maar afhankelijk van het seizoen tussen N.A.P. 0,50 en 0,50 m zijn gelegen. Gedurende de eerste periode moeten de hoge waterstanden aan de zuidzijde worden verwacht: de sluizen worden in verband daarmee gebaseerd op stormvloedstanden tot N.A.P. r5m. Situatie van cle schutsluizen in het Volkerak HOLLANDSCH DIEP TE MAKEN WERK WILLEMSTAD VOLKERAK NOORD - BRABANT I mm 16 >lHEL LEGAT Overzicht van het te bouwen sluiscomplex Aan het bepalen van de capaciteit van de schutsluizen is een uitgebreid onderzoek naar de samenstelling, het gedrag en de ontwikkeling van de scheepvaart ter plaatse vooraf gegaan. Bij het ontwerpen is in het bijzonder rekening gehouden met de eis het oponthoud voor de scheepvaart ten gevolge van het schutten zoveel mogelijk te beperken. Opeenhoping van schepen voor de sluizen moet kunnen worden voorkomen of binnen enkele uren worden 'weggewerkt'. Vooral na perioden van mist of ijsgang, waarin de scheepvaart gestremd is geweest, is dit van belang. Om aan deze eis te voldoen werd de capaciteit van de sluizen bepaald op gemiddeld 40 schepen per uur, wat ook voldoende is voor drukke dagen, waarop 400 a 500 schepen per dag zullen moeten worden doorgeschut. De afmetingen van de sluizen zijn in verband hiermee, na een onderzoek betreffende de tijden van in- en uitvaart, als volgt vastgesteld. Elk van de beide sluizen wordt 24 m breed, zodat in het normale geval verschillende schepen naast elkaar in de kolk kunnen liggen, terwijl duwconvooien met een maximale breedte van 23 m in hun geheel kunnen worden doorgelaten. De kolkbreedte wordt hiermee gelijk aan die van de bij Terneuzen en in het nieuwe Hartelkanaal ontworpen sluizen. De lengte van de kolk is op 320 m gesteld. 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1961 | | pagina 10