CAISSON ISSON ISSON CAISSON CAISSON EE3 CAISSON CAISSON Tijdschema van het betonstorten en van het aanbrengen van de staalconstructie De betoninstallatie voor de caissonbouw werd opgesteld op het terrein bij de werk- haven nabij Veere waar ook het wapeningsstaal werd opgeslagen en bewerkt. Elke caisson was onderverdeeld in vier storten, te wetenhet eerste stort, van de onder kant van de caissonbodem tot 1,7 m daarboven (bodem met vloerbalken); het tweede stort, van 1,7 m tot 14,6 m (opgaande wanden en kolommen); het derde stort, van 14,6 m tot 18 m (dek met dekbalken) en het vierde stort, van 18 m tot 20,5 m (wanden van de ballastbak). Zowel de portaalkraan als de drie torenkranen waren in de lengterichting van de bouwput verrijdbaar. De eerste werd toegepast voor het aanleggen van de drainage bedden en (in hoofdzaak) voor het opbouwen van het eerste stort van de caissons, de torenkranen voor de verdere (hoger reikende) bouw. Het tijdschema dat in het bestek voor de aanleg van de bouwput en de bouw van de zeven caissons was voorgeschreven liet aan de uitvoering niet veel speling. Tijdens de uitvoering werd aan dit tijdschema strikt de hand gehouden. Zodra het zich liet aan zien dat, door welke oorzaak dan ook, van het schema zou worden afgeweken, werden terstond de nodige maatregelen getroffen om de vertraging het hoofd te bieden en in te lopen. Begin november 1959 was de ontgraving van het bouwdok zover gevorderd dat met het maken van het drainagebed voor de eerste caisson kon worden begonnen. Op 31 december 1959 werd de beton voor het eerste stort van de eerste caisson aan gebracht; het laatste betonstort, het vierde stort van de zevende caisson, kwam midden november 1960 gereed. Het blijkt dat het vier maanden heeft geduurd alvorens met het betonstorten kon worden begonnen, terwijl de totale tijdsduur van het betonwerk ongeveer twaalf maanden in beslag heeft genomen. Wanneer men lijnen trekt door de tijdstippen waarop de overeenkomstige storten voor de verschillende caissons gereed zijn gekomen dan blijkt de lijn voor het eerste stort een steiler verloop te zien te geven dan die voor de andere. De werkzaamheden bij het tweede stort zijn het langzaamst verlopen. Dit stort en niet het derde, zoals verwacht was, is tijdens de uitvoering maatgevend geweest voor het tempo van het werk. De toepassing bij het derde stort van de z.g. rolwagen, waarvan een beschrijving is gegeven in het Driemaandelijks Bericht nr. 13, is dus een succes geweest. Het vierde stort leverde geen bijzondere moeilijkheid op; het kon als z.g. stopwerk worden uitgevoerd, dat wil zeggen op het tijdstip dat de aannemer het beste uitkwam. 18 De montage van de staalconstructie, die bij de eerste caisson aanvankelijk 30 dagen vergde, kon al spoedig tot max. 14 dagen worden teruggebracht, zodat dit onderdeel geen problemen meebracht en steeds voldoende vóór bleef op het betonwerk. Aangezien het zwaartepunt van de werkzaamheden voor de bouwvakvacantie lag, heeft het slechte weer daarna slechts een geringe invloed op de voortgang van het werk gehad. Omdat aan het opgestelde tijdschema streng de hand is gehouden en onmiddellijk elke ontstane vertraging is gecompenseerd zijn de caissons op de gestelde datum gereedgekomen. Aan de caissons is in totaal verwerkt: 11 000 m3 beton; 2 000 ton wapeningsstaal; 2 700 ton constructiestaai. Het bedieningsbordes bevindt zich 24 m boven de caissonbodem Foto Rijkswaterstaat 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1961 | | pagina 11