Foto K.L.M. Aerocarto
De sluitopening in de dam door het Veersche Gat
300 kg per stuk gebruikt. De steen werd per schip uit Duitsland aangevoerd en door
een drijvende kraan met polypgrijper direct op de steenstorter overgeslagen. Dc over
slagcapaciteit van de kraan was voldoende om in het algemeen tussen twee kenteringen
juist een volle steenstorter (360 ton) te laden; bij aanvoerschepen met kleine ruimen
lukte dit echter niet. Om het stortprogramma vlot en zeker tc doen verlopen werden
depots aangelegd en als bedrijfsbuffer gebruikt.
Een deel van de depots is onder water gevormd. Voordelen hiervan zijn de goede
toegankelijkheid voor drijvend materieel en de geringe ruimte die in beslag wordt
genomen in vergelijking met een walopslag. Het laden met behulp van een polyp
grijper uit een onderwaterdepot blijkt goed en vlot mogelijk. In totaal werd ca. 70 000
ton basalt aangevoerd, waarvan 57 000 ton met behulp van de mechanische steen
storter in de drempel werd verwerkt. Er kon een verwerkingscapaciteit worden bereikt
van 3000 ton/week.
Ca 13 000 ton basalt bevindt zich thans in depot en zal bij de sluiting gebruikt worden
voor de aanstortingen van de doorlaatcaissons.
De opbouw van het zandlichaam
Als begrenzing aan de sluitgatzijde van het te maken damvak werd reeds in april een
reeks van 19 eenheidscaissons geplaatst op een tevoren gereed gemaakte mijnsteen-
drempel. Vanaf het in 1959 gemaakte damvak over de Plaat van Onrust werden ver
volgens twee mijnsteenkaden aangelegd over een voet van zand, die deels met op
lossers werd aangestort deels werd opgespoten. Bij het vooruitbouwen van deze mijn
steenkaden werden de stroomsnelheden voortdurend sterker, omdat een niet onbe
langrijk deel van het doorstroomprofiel erdoor werd geblokkeerd. In het bijzonder
gedurende de laatste 150 m zou de stroom, zoals modelonderzoek had uitgewezen,
;VLOE D:
2 A N DA AN VU LL1NG
KOP D'JKVAK ONRUST
PERSLEIDING
DOORSNEDE A-A
STRAND DOOR ZAND A AN VULLING
NAP
Schema van de werkzaamheden aan de
oostzijde van het sluitgat
39