De overbrugging over het buitenhoofd zal, zoals werd uiteengezet, bestaan uit twee
naast elkaar gelegen basculebruggen met elk twee beweegbare klappen. Onderhouds-
en reparatiewerk zal op die wijze aan de bruggen kunnen worden uitgevoerd zonder
dat het wegverkeer daardoor stagnatie ondervindt.
Om de gronddruk van het weglichaam op de sluiswanden te reduceren en grote be
lastingen op de basculekelder, met alle bezwaren en gevaren van dien, te voorkomen
zal achter elke basculekelder een doosvormige holle betonconstructie worden aan
gebracht, die gefundeerd wordt op een paalroosterwerk.
De ophaalbrug, die ruim 7 m lager komt te liggen dan de basculebruggen, zal naast
het binnenhoofd aan de rivierzijde worden gelegd om het landverkeer zo weinig
mogelijk te hinderen. Zolang de schepen in de schutkolk liggen of aan de zeezijde uit-
of invaren kan de brug gesloten blijven.
Om van de bedieningshuisjes van de sluis de wachtplaatsen van de schepen steeds goed
te kunnen overzien zullen, waar de weg op de ophaalbrug aansluit, aan beide zijden
viaducten op slanke pijlers worden gebouwd. De grondlichamen voor de weg zullen
op ongeveer 20 m afstand van de brug eindigen.
Terwille van een vlotte afwikkeling van het sluisbedrijf worden op of in de sluis de
nodige bolders, haalkommen voor beroeps- en pleziervaart, peilschalen en stop-
strepen aangebracht; de bediening van bruggen, sluisdeuren en schuiven zal geheel
mechanisch geschieden.
Ten behoeve van de bouw van de schutsluis is een bouwput gegraven, omgeven door
een met asfalt beklede ringdijk. In het Driemaandelijks Bericht nr 7 is een beschrijving
van deze bouwput gegeven. Door middel van een tijdelijke brug, die door de aan
nemer van de spuisluis is aangelegd, en een reeds gereed gekomen dijkgedeelte is de
bouwput met de vaste wal van Goeree verbonden.
De schutsluis zal in den droge worden gebouwd. Met behulp van een twaalftal
in putten aangebrachte onderwaterpompen met een totale wateropbrengst van ca.
700 m3 per uur wordt de bouwput daartoe droog gehouden. Door middel van waar
nemingsbronnen op verschillende afstanden kan worden vastgesteld tot hoever in de
omgeving van de bouwput de invloed van de bemaling zich uitstrekt.
Het werk is op 2 december 1960 aanbesteed. Het werd gegund aan Aannemersbedrijf
Machiel van Dijk te Gorinchem voor een bedrag van f 5 261 000.
Aan de aannemer zullen daarbij tot een totaalbedrag van ca. f 7 500 000 materialen
ter beschikking worden gesteld, zoals het te verwerken betonijzer, de stalen damwan-
den, het tropisch hardhout, de stalen bruggen en alle bewegingsmechanismen voor
deuren en bruggen.
24
Het ontwerp voor de Grevelingendam
In nr 4 van deze Berichten is uiteengezet waarom een dam door de Grevelingen bij de
uitvoering van het Deltaplan noodzakelijk is en hoe deze dam in het tijdschema voor
de werken is ingepast. Ook is daarbij de keuze van het aansluitpunt bij Bruinisse
toegelicht en werd een voorlopig tracé aangegeven.
Voor de vaststelling van het definitieve tracé is sindsdien uitvoerig onderzoek verricht.
Behalve met eisen van waterloopkundige aard is daarbij rekening gehouden met de
functie die de dam voor het wegverkeer zal vervullen, met de betekenis van de dam
voor de dorpskernen Bruinisse en Oude Tonge, met de nabij deze plaatsen gelegen
havens, e.d. Uiteraard is ook de kostprijs van de dam in beschouwing genomen.
Om waterloopkundige redenen verdient een oostelijk tracé de voorkeur. Een ooste
lijker ligging dan op bijgaande situatie met tracé I is aangegeven komt echter niet in
aanmerking in verband met het aanwezige geulen- en platenstelsel en met het oog
op de wenselijkheid de toegang tot de haven van Oude Tonge vanuit de Krammer
te handhaven.
Aangezien bij dit tracé drie geulen worden gekruist en de lengte van de dam groot
is zou de uitvoering relatief zeer hoge kosten met zich brengen, ook al omdat ten
behoeve van het verkeer een afzonderlijk damgedeelte met een beweegbare brug
zou moeten worden aangelegd.
Bovendien is het niet uitgesloten dat de stroomgeul, die steeds van plaats is ver
anderd tussen de beide met sterren in de figuur aangegeven punten, weer de loop zal
kiezen die reeds in 1842 werd gevolgd. Uitschuring van de rivierbodem voor de dam
zou dan mogelijk zijn.
Bij tracé II kunnen de moeilijkheden in verband met de haven van Oude Tonge worden
beperkt, doch overigens zijn aan dit tracé dezelfde bezwaren verbonden als aan het
eerste.
Op grond hiervan is een derde tracé in beschouwing genomen, dat slechts weinig
afwijkt van het reeds genoemde voorlopige tracé. Waterloopkundig onderzoek in het
getijmodel heeft aangetoond dat de stroomsnelheden in het Zijpe bij dit tracé slechts
weinig groter zijn dan bij tracé I. De kosten van aanleg zijn evenwel belangrijk lager.
Tenslotte is nog een tracé lila onderzocht om de moeilijkheid te vermijden dat de dam
de samenvloeiing van twee geulen kruist. Het is echter gebleken dat aan deze variant
geen voordelen verbonden zijn, zodat de keuze op tracé III is gevallen.
De weg over de dam zal worden aangesloten op de te verbeteren provinciale weg die
op de figuur met een stippellijn is aangegeven en die aan de noordzijde door de aanleg
van een nieuw wegvak verbonden zal worden met de weg over de Hellegatplaten en de
brug bij Numansdorp over het Haringvliet.
Op een later tijdstip zal een geheel nieuwe doorgaande verbinding tot stand worden
gebracht.
Overeenkomstig het tijdschema voor de Deltawerken en in verband met het grote
belang van een vaste rechtstreekse verbinding tussen het eiland Schouwen en de rand
stad Holland is bepaald dat de afsluiting van de Grevelingen in 1963 zal moeten plaats
25