De afsluiting van de Zandkreek In het Driemaandelijks Bericht nr. 9 is een korte beschrijving gegeven van de afsluit- dam in de Zandkreek tussen Noord- en Zuid-Beveland, alsmede van het plan voor de te maken afsluitingswerken. Met de aanleg van de dam werd op 28 september 1959 een begin gemaakt. De geul was eind 1959 reeds tot het sluitgatprofiel vernauwd. Alvorens ook deze laatste opening, die een breedte had van ca. 160 m en een diepte van 5 m beneden N.A.P., te kunnen afsluiten, moest het gereedkomen van de schutsluis, die in de dam was opge nomen, worden afgewacht. Deze overbruggingsperiode werd benut voor het versterken van de damvakken die het sluitgat begrenzen, voor het afvlakken en met lichte stortsteen afstorten van de sluitgatbodem en voor het met gietasfalt penetreren van deze stortsteenlaag (zie Drie maandelijks Bericht nr. 12). Tijdens de uitvoering van het werk werden regelmatig stroomsnelheidsmetingen verricht, zodat inzicht werd verkregen in het verband tussen de maximaal optredende snelheid en het beschikbare doorstromingsprofiel voor ge middeld getij en voor springtij. Vergelijking van de meetresultaten toonde voorts dat de maximum snelheden bij springtij 50 a 60 hoger lagen dan bij gemiddeld getij en bij doodtij ca. 20% lager. Met behulp van een drijvermeting werd geconstateerd dat in het sluitgat zodanige contractie optrad dat het effectieve doorstromingsprofiel ongeveer 90% bedroeg van het totale sluitgat. De stroomsnelheidsmetingen en -berekeningen wezen uit dat de maximale snelheden tijdens de sluiting zouden optreden in oostelijke richting en wel even voor hoogwater; hierbij zouden geen hoge waarden worden bereikt. Berekening van de toeneming van de maximumsnelheid bij kleiner wordend sluitgat 11 Foto K.L.M. Aerocarto SNELHEID BU SPRINGT1. SNELHEID B'J GEMIDDELD GE

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 7