Om deze redenen heeft men afgezien van de acht grote afsluiters in de kopwanden en zijn deze vervangen door twaalf kleinere afsluiters in de bodem van de caisson, terwijl in de kopwanden acht kleinere afsluiters zijn gehandhaafd om het water te kunnen laten toetreden als de caisson na het zinken op een geheel vlakke bodem zou komen te staan, zodat het water via de afsluiters in de bodem niet goed kan toe stromen. Dit is o.a. het geval tijdens het beproeven van de caisson in het bouwdok. Men wil nu de caisson tot zinken brengen door eerst de vier afsluiters in het midden van de caisson open te draaien en vervolgens de afsluiters die aan beide zijden hieraan grenzen, zodat de stabiliteit tijdens het afzinken beter gewaarborgd is. Tevens hoopt men door de toepassing van afsluiters in de bodem het heen en weer gieren van de caisson over de laatste te zinken meter te voorkomen of althans te beperken. De vissershaven te Colijnsplaat Het maken van een nieuwe vissershaven werd op 17 mei aanbesteed en op 16 juni gegund aan S. A. Sanders' Aannemersbedrijf N.V. te Rijswijk (Z.H.) voor de som van f 1 700 000. Ten behoeve van dit werk worden door het Rijk materialen ter be schikking gesteld ter waarde van rond f 310 000. Met de uitvoering is een begin gemaakt. De werkzaamheden bestaan in hoofdzaak uit het verwijderen van de slappe grondlagen ter plaatse van de havendam en het baggeren van de toegangsgeul naar de te maken havenkom. De afwatering van Noord-Beveland De onderbouw van het bemalingsgebouwtje in de Onrustpolder kwam geheel en dat van het bemalingsgebouwtje in de Willempolder gedeeltelijk gereed. Inmiddels werden aanbesteed de bouw van een tweetal gemaalgebouwen, respectie velijk in de Adriaanpolder en in de Jacobapolder, alsmede van een achttal afsluitbare duikers in binnendijken. Evenals de reeds in aanbouw zijnde gemalen worden de nieuw bestede werken in opdracht van het Rijk uitgevoerd onder de directie van het Technisch Bureau van de Unie van Waterschapsbonden N.V. te Haarlem. Het vervaardigen van de in bovengenoemde vier gebouwen op te stellen bemalings installaties vindt normaal voortgang. De afwatering van Zuid-Beveland De bouw van een tweetal gemaalgebouwen, respectievelijk in de Oosterlandpolder en de Wilhelminapolder werd aanbesteed. Deze werken worden in opdracht van het waterschap 'De brede watering van Zuid- Beveland' uitgevoerd onder directie van het ingenieursbureau ir. P. J. de Gruyter te Zwollerkerspel. Het vervaardigen van de in de gemaalgebouwen op te stellen bemalingsinstallaties vindt normaal voortgang. Ook de installaties worden in opdracht van het waterschap uitgevoerd onder directie van genoemd ingenieursbureau. In de kosten van de werken op Zuid-Beveland zowel als Noord-Beveland wordt door het Rijk een bijdrage verleend op grond van de Deltawet. D. De werken tot indijking van de Lauwerszee Op 10 juni 1960 is door de Minister van Verkeer en Waterstaat aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal meegedeeld, dat de regering fondsen beschikbaar wil stellen voor het afsluiten van de Lauwerszee en de rechtstreeks daarmee samenhangende werken. Reeds in 1955 is een kleine staf van Rijkswaterstaatspersoneel begonnen een voorlopig plan tot afsluiting uit te werken. De toenmalige Minister van Verkeer en Waterstaat heeft hieromtrent mededelingen gedaan in de Tweede Kamer bij de behandeling van de begroting 1956 van Verkeer en Waterstaat. Nadat een schetsplan was opgemaakt zijn uitvoerige studies verricht met betrekking tot de waterstaatkundige en andere gevolgen van de afsluiting. Meer en meer kwam daarbij naar voren van hoeveel betekenis de economische en financiële aspecten van de plannen waren naast de oplossing van de waterstaatkundige problemen. De veiligheid van het betrokken kustvak, waar het vóór alles om te doen is, kan name lijk vergroot worden zowel door het versterken van de 32 km lange bestaande hoog waterkering als door afsluiting. De kosten van de afsluiting zullen hoger zijn dan die van de verhoging van de bestaande zeeweringen. Tegenover het verschil in kosten staan de met de afsluiting te verkrijgen bijkomende voordelen die, zeer in het kort, als volgt kunnen worden aangeduid: door de af sluiting wordt de afwatering van het oude land verbeterd; in de provincies Friesland, Groningen en Drenthe wordt het binnendringen van zeewater in de boezems rondom de Lauwerszee verminderd dank zij de vorming van een zoetwatermeer; de vorming van een nieuw gebied in de afgesloten Lauwerszee levert verschillende mogelijkheden voor de landbouw, de bosbouw en de recreatie. De regering gaf tenslotte aan afsluiting van de Lauwerszee de voorkeur boven ver zwaring van de bestaande zeedijk. Intussen zijn de plannen voor de afsluiting verder in details uitgewerkt aan de hand van de in de afgelopen jaren langzamerhand ter beschikking gekomen gegevens. Toen met het maken van de plannen een aanvang werd gemaakt bleek er zulks in tegenstelling met de kennis van het Deltagebied in het zuidwesten van ons land over de waterbeweging in en de bodem van de Lauwerszee bijzonder weinig bekend te zijn. Dank zij vijf jaar intensieve studie kan thans in ruime mate over de benodigde informatie worden beschikt. De periode 19551960 kan dan ook zeker niet als 'verloren' tijd worden beschouwd. Zoals reeds bij de behandeling van de Deltawet in 1957 uitdrukkelijk is gesteld, dient de bedijking van de Lauwerszee te worden gezien als een Deltawerk, d.w.z. als een werk waarop de bepalingen van de Deltawet van kracht zijn (Memorie van Antwoord). Dit bleek ook uit de volgende zinsnede uit de Memorie van Toelichting 49 48

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 26