1. .1 i: ff. r lii lil 1 Dwarsdoorsnede en bovenaanzicht van het veranderde caissontype 46 Deze zwaardere belasting maakte uiteraard een versterking noodzakelijk van de boven regels van de spanten die de bak ondersteunen. De middenkolommen van de spanten zijn op twee plaatsen onderling gekoppeld met drie staven 0 32. Het grotere gewicht van de caissons, dat ontstaan is door het ver zwaren van de bovenregels van de spanten, heeft men grotendeels kunnen compen seren door de middelste drie ribben van de kopwanden 30 cm dik te maken in plaats van 50 cm. Behalve aan de ballastbak werden ondergeschikte veranderingen aangebracht aan de versterkingsribben van de kopwand van de caisson. Tenslotte werd ook het systeem der afsluiters nog wat gewijzigd. Oorspronkelijk waren een viertal afsluiters voor het tot zinken brengen van de caissons in elk van de beide kopwanden van de caissons aangebracht. De plaats in de kopwanden was gekozen, omdat het niet mogelijk was de afsluiters in de onderregels van de langswanden op te nemen. Het water stroomde na opening van de afsluiters via gaten in de onderregels van de dwarsspanten in de aangrenzende vloervakken van de vier compartimenten van de caissons. Bij nadere bestudering bleek evenwel dat, wanneer de afsluiters aan de beide kop- zijden van de caisson niet gelijktijdig werden opengedraaid of slechte toestroming plaats had, ongelijke hoeveelheden water zouden binnenstromen, ten gevolge waarvan de caisson scheef zou komen te liggen. Een belemmerde toestroming van het water is geenszins denkbeeldig, aangezien de ene kopwand van de caisson steeds moet aansluiten tegen de kopwand van een reeds gezonken caisson, zodat de watertoevoer van deze zijde minder goed zal zijn. De bouw van doorlaatcaissons in het bouwdok SLINGERSCHOT [- t- 45.50 AFSLUITERS L Foto K.L.M. Aerocarto

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 25