De bouw van eenheidscaissons In de verslagperiode werden 22 caissons en 30 opzetstukken afgevoerd naar de af- sluitingswerken in het Veersche Gat en in de Zandkreek. Omstreeks half mei kwam de laatste caisson gereed; begin juni werd het laatste opzetstuk gestort. Het werk is op 15 juni voltooid opgeleverd. Op het bouwterrein zijn thans nog een aantal caissons en opzetstukken in reserve opgeslagen voor de sluiting van het Veersche Gat. De bouw van doorlaatcaissons De vloeren en het opgaande werk tot een hoogte van 1,7 m (eerste stort) van alle zeven caissons zijn gereed. Van zes caissons is de montage van de staalconstructie gereed gekomen. Van vier caissons is het opgaande werk gestort tussen ca. 1,7 m en 14,5 m (tweede stort). Met het stellen van bekisting en wapening voor dit stort van de vijfde caisson is begonnen. Het dek (derde stort) van twee caissons is gereed. Met het stellen van bekisting en wapening voor dit stort van de derde caisson is een begin gemaakt. De op het dek staande wanden van de ballastbak (vierde stort) van één caisson zijn stortklaar. Voor ondersteuning van de bekisting van het derde stort wordt gebruik gemaakt van twee z.g. rolwagens. Deze wagens zijn verrijdbaar langs hoog tegen de kolommen van de caisson bevestigde kraanbanen en kunnen, nadat het dek is ontkist, met be kisting en al worden verrold naar de volgende caisson, waar de bekisting voor het dek van de caisson weer snel kan zijn gesteld. Enkele veranderingen in de constructie van de doorlaatcaissons Zoals in het Driemaandelijks Bericht nr. 7 is beschreven wordt in het caissontype 1958 gebruik gemaakt van een hooggelegen ballastbak. De voornaamste functie van de boven water gelegen ballast is om de caisson voor verschuiven te behoeden gedurende de tijd dat de schuiven gesloten zijn en het damlichaam om en over de caissons in uitvoering is. Daarnaast werd in het aanvankelijk ontwerp een gedeelte van de horizontale stabiliteit ontleend aan steenstortingen langs de voet van de caissons; deze steenstortingen moesten tevens dienen ter bestrijding van de onderloopsheid van de caissons. Het aanbrengen van de steenstortingen is niet alleen tijdrovend en uit een oogpunt van uitvoering niet eenvoudig, maar bovendien bijzonder kostbaar. Met het oog op de ontwikkeling van een aanvaardbaar tijdschema voor de afsluiting van de Ooster- schelde was vermindering van de steenstortingen geboden. Dit was aanleiding om na te gaan in hoeverre het mogelijk zou zijn door vervangende maatregelen de omvang der steenstortingen te reduceren. Overwogen werd dat bij vergroting van de boven- ballast het mogelijk moet zijn grotendeels van de steenstortingen af te zien. Door de onderkant van de vloerplaat van de ballastbak niet over de balken te leggen maar onder de balken op te hangen en tevens de wanden van de ballastbak meer naar buiten te verplaatsen heeft men de inhoud van de bak met ca. 70 kunnen vergroten. 45 Het T/eaveeUe tZr.* 13 A '/C/1

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 24