LAAAAAM- ASFALT BEKLEDING MUN 5TEEN KADE M'JNSTEENKADE STEEN BESTORTING Doorsnede van de dam door het Veersche Gat apparatuur volstaan. In het geval van een niet permanente stroming wordt de rand- voorwaarde-apparatuur echter ingewikkelder naarmate men hogere eisen stelt aan de weergave van de met de tijd wisselende waterspanningen. Ten behoeve van de Deltadienst is een speciale apparatuur ontwikkeld, waarmee vrij wel elke periodieke getijvorm is op te bouwen, terwijl een stormvloed kan worden nagebootst door op deze getijvorm een spanningsverhoging (windeffect) te super- poneren. Een meer volledig verslag van deze onderzoekmethode is gegeven in 'De Ingenieur' van 10 juni 1960. De methode werd toegepast om een inzicht te verkrijgen in de stromingstoestand die in de afsluitdam door het Veersche Gat moet worden verwacht. Twee jaar geleden werd begonnen met de bouw van deze dam. Hij zal bestaan uit een dijkkern van ge spoten zand die wordt afgedekt met een bekleding bestaande uit een grind-zand- asfaltmengsel. Teneinde tijdens de bouw het zandverlies door stroom en golven te beperken zijn nabij de binnen- en buitenteen van de dam mijnsteenkaden ontworpen. Om een inzicht te verkrijgen in de waterspanningen onder de asfaltbekleding nabij de teen van de dam, ook onder extreme omstandigheden, zijn in een elektrisch analo giemodel een aantal proeven uitgevoerd. Op grond van gegevens die door het Laboratorium voor Grondmechanica waren ver zameld bleek dat de doorlatendheid van de grond niet overal even groot was. Deze doorlatendheid is in het model dan ook gevarieerd. Voor het getij werd een springtij genomen waarop een windeffect met een hoogte van 3,50 m werd gesuperponeerd. Bij de bepaling van de amplitude van het getij en de hoogte van de stormvloed werd rekening gehouden met de verhogende invloed op de waterstanden ten gevolge van de afsluiting der zeearmen. Door het getij en het windeffect ten opzichte van elkaar in de tijd te verschuiven werden verschillende stormvloedkrommen verkregen. Door deze verschuiving kon dus op eenvoudige wijze de invloed van de vorm van de stormvloedkromme op de overdrukken worden bepaald. De hoogste standen van de verkregen stormvloedkrom men waren niet gelijk. Zij varieerden tussen N.A.P. 5,00 men 5,50 m. De overdrukken worden echter niet alleen bepaald door de hoogte van de stormvloed 24 Geschematiseerd springtij -100 t I x j I HOOGTE -200 J V V V \J \J Op het getij te super- poneren stormeffect 4D0 +300 2DO 100 NAR - 600 +500 400 - +300 - 200 - 100 - NAR - 600' +500 +400' +300 +2O0" 100" NAP +600-1 +500 +400 +300 - +200- 100- NAP- Overdruk bij verschil lende combinaties van getij en windeffect r—WATERSTAND (POTENTIAAL) IN DE M'JNSTEENKADE ijh-OVERDRUK L- ZEESTAND 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 14