ff
Om te voorkomen dat de stabiliteit van deze damwand, als gevolg van een mogelijk
optredende verlaging van het kunstmatige strand in gevaar zou komen, is buitenwaarts
van de damwand een verdediging van met gietasfalt gepenetreerde stortsteen met in
aansluiting daarop een slab van gietasfalt ontworpen.
In de met asfaltbeton afgedekte dijkkruin wordt een ontluchtingsconstructie gemaakt,
bestaande uit een over de gehele lengte doorlopende grindsleuf, waarin op regel
matige afstanden buizen worden geplaatst, die door het asfalt in open verbinding
staan met de buitenlucht. Deze ontluchting voorkomt dat de in het damlichaam aan
wezige lucht, b.v. ten gevolge van stijging van het grondwater, wordt samengedrukt en
de bekleding oplicht.
De voorlopige beëindiging aan de westzijde van dit damgedeelte zal met een zo licht
mogelijke bekleding worden verdedigd. Het beloop tussen N.A.P. 1,5 m en N.A.P.
2,5 m zal worden voorzien van een steenzetting van basalt. Hierboven wordt een
bekleding van grindasfaltbeton ter dikte van 0,2 m aangebracht tot een hoogte van
N.A.P. 4,5 m. Boven dit peil, waar geen directe golfaanval is te verwachten, zal
de bekleding bestaan uit een uiterst dunne laag grindasfaltbeton ter dikte van 0,1 m.
Zeewaarts van de basaltbezetting wordt een steenstrook van lichte stortsteen gemaakt.
Het terrein langs de toekomstige buitenhaven
Dit terrein wordt opgespoten tot de definitieve hoogte van ongeveer 4,5 m boven
N.A.P. Het beloop langs de toekomstige haven wordt verdedigd met een bekleding
van betonblokken volgens het systeem Leendertse, op een onderlaag van mijnsteen.
18
SBOUWPUTg|s
4 UIT WATERINGS
SSLUIZEN^^S
<1 BAILEYBRUG;
«BOUWPUT SCHUTSLUIS
BAILEYBRUGl g
<v OPHAALBRUG i
BAILEYBRUG
BOUWPUTl l i
SCHUTSLUI S I
i 11 i!!-\
AS SCHUT5LU1S
WERKTERREIN ^^-.. ;V
■GRENS vd BEGROEIING
PLAAT VAN
HOOGTEN EN DIEPTEN tov NAP
Situatie van de werken zuidwestelijk van de bouwput