Situatie van de werken tot afsluiting van het Haringvliet
In het Driemaandelijks Bericht nr. 2 werden de motieven besproken die hebben
geleid tot de keuze van de plaats van de afsluitingswerken. In het bijzonder werd
de ligging van de uitwateringssluizen in beschouwing genomen, waarna in Be
richt nr. 7 nader werd ingegaan op de situering van de schutsluis ten opzichte van
de plaats van de uitwateringssluizen.
Met het vaststellen van de ligging der grote kunstwerken lag het aansluitingspunt
van de afsluitdam aan de duinkust van Voorne vrijwel vast, omdat het uit een
oogpunt van afsluittechniek noodzakelijk is dat de dam de brede stroomgeul Rak
van Scheelhoek loodrecht kruist.
Deze dam sluit dan aan op de kust van Voorne op een punt ten zuiden van het
Kwakjeswater, waardoor het mogelijk is om met de op de dam aansluitende weg
op voldoende afstand te blijven van dit uit een oogpunt van natuurbescherming
belangrijke duinmeer.
Aan de Goereese zijde liet de aansluiting van de dam aan de bestaande water
kering meer mogelijkheden.
Teneinde de lengte van de toekomstige hoofdwaterkering ter plaatse zo gering
mogelijk te houden is een tracé gekozen dat loopt van de schutsluis langs de zuid
zijde van de ontworpen buitenhaven en vandaar in west-noordwestelijke richting,
even westelijk van het havenhoofd Goedereede wordt de bestaande duinregel
bereikt.
Hierdoor worden de haven van Stellendam en van Goedereede van de zee afge
sloten.
Er is niet gestreefd naar een open houden van laatstgenoemde haven omdat ver
wacht moet worden dat de monding van het Zuiderdiep na verloop van tijd zal
verzanden door het wegvallen van de getijstromen ter plaatse. Het behouden van
een bevaarbare verbinding met de zee voor deze vissershaven zou dan toch on
mogelijk zijn.
De vissersvloten van Stellendam en Goedereede zullen evenwel een goede lig
plaats kunnen vinden in de voorhavens van de schutsluis en van daar uit de
visserij kunnen voortzetten.
Ten behoeve van bezoekers aan de afsluitingswerken zullen aan weerskanten van
de uitwateringssluizen aan de rivierzijde van de dam parkeerterreinen worden ge
maakt, vanwaar het mogelijk is om te voet de landhoofden van de uitwaterings
sluizen te bereiken zowel aan de zeezijde als aan de rivierzijde. Van deze land
hoofden af is het mogelijk het kunstwerk en speciaal de schuiven van nabij te
bekijken.
Afwatering en waterinlaat van Goeree.
Het geschetste tracé biedt de mogelijkheid om het Zuiderdiep in te richten als
boezem, waarop het uitslagwater van de polders van Goedereede en Stellen-
4
Vogelvlucht perspectiefschets van de werken gezien van uit het Westen
dam kan worden geloosd, door middel van de bestaande bemalingsinstallaties.
Op deze boezem zal dan een peil kunnen worden onderhouden, dat ligt tussen
dat op het afgesloten Haringvliet en de gemiddelde Iaagwaterstand in zee, respec
tievelijk N.A.P. 0.5 m en N.A.P. 1,0 m.
Deze boezem kan lozen door een uitwateringskunstwerk ten westen van de ont
worpen buitenhaven.
Tevens kan de boezem dienen voor het inlaten van zoet water naar de kop en
de hals van Goeree, waartoe aan de bovenstroomse zijde een inlaatsluis is ge
projecteerd. Hierdoor zal verdroging en verzilting in dit gebied op doeltreffende
wijze kunnen worden bestreden.
i
5