30
De elektrische centrale in het Haringvliet
en de periode waarin de caissons kunnen worden geplaatst is in het model onder
zocht. Voor de aanleg van het westelijke damvak moest men hierbij rekening
houden met het bagger- en zinkwerk in het sluitgat, dat eveneens in 1959 zal
worden uitgevoerd. Aan de oostzijde wordt het werkschema voor 1960 in hoofd
zaak bepaald door de toenemende stroomsnelheden in opvolgende bouwfasen.
STROOMBAAN
EENHEIDSCAISSONS
OP MUNSTEEN
De gekozen sluitgatvorm met de sterkste contractie van de stroom boven de drempel
in het sluitgat
Een belangrijk object bij de aanloop van het betonwerk voor de uitwaterings
sluizen, was de bouw van een centrale voor de levering van elektrische energie
voor het bronbemalingsnet en voor de aandrijving van bouwwerktuigen. Een
snelle vordering van de bronbemaling en het grond- en heiwerk was hiervan
afhankelijk.
Men bepaalde dat de energievoorziening voor de bemaling moet geschieden door
dieselelektrische aggregaten op het werk, waarbij voor het opvangen van storingen
100 van het benodigde vermogen aan reserve aanwezig moet zijn. Deze reserve
mag voor 50 voor de stroomlevering aan de bouwwerktuigen worden gebruikt,
mits men indien nodig onmiddellijk op de bemaling kan overschakelen.
Vanaf 1 september 1958, toen de eerste bronbemalingen in bedrijf kwamen, tot
half december 1958, werd elektrische stroom opgewekt door kleinere diesel
generatoren die op verschillende punten van het werk waren opgesteld.
In juli 1958, ruim twee maanden na de gunning van het werk, was de voorbe
reiding voor de nieuwe centrale zover gevorderd dat met de bouw kon worden
begonnen.
Deze centrale is ondergebracht in een gebouw, groot 22 X 38 m, dat geheel
brandvrij in steen en staal is uitgevoerd; hier worden 7 stuks draaistroomgene
ratoren geïnstalleerd, ieder met een vermogen van 770 KVA.
Op 8 en 22 december 1958, op 11 maart en op 8 april 1959 kwamen respectieve
lijk de generatoren I - II - III - IV in de nieuwe centrale gereed. Iedere genera
tor wordt aangedreven door een dieselmotor van 925 pk. Voor de brandstof
voorziening van de dieselmotoren zijn twee dieselolietanks van 250 m3 op enige
afstand van de centrale, langs de oever van de bouwhaven, opgesteld.
Elektrische centrale
31