De bouwput voor de schutsluis in het Haringvliet In de afsluitdam van het Haringvliet is ten zuiden van de grote uitwaterings sluizen een schutsluis geprojecteerd ten behoeve van de vissersvloten van Stellen dam en Goedereede en van het aannemersmaterieel der onderhoudswerken en eventuele zandwinning buiten de afsluiting. De plaats van de schutsluis met binnen- en buitenhaven is zodanig gekozen, dat de havendammen op voldoende afstand blijven van de grote diepten, die voor de stroomopeningen van de uitwateringssluizen zullen worden gevormd. Anderzijds is deze afstand weer zo klein gehouden, dat geen belangrijke aan- zandingen voor de havenmonden zijn te verwachten; ten slotte is ook rekening gehouden met de uitvoering, die het gewenst maakt om het kunstwerk met de daarvoor noodzakelijke bouwput te maken buiten de stroomgeul. De schutsluis komt nu zodanig te liggen, dat de werken kunnen worden uitge voerd aan de noordzijde van het lage gedeelte van de Plaat van Scheelhoek. De rand van deze plaat is reeds direct na het gereedkomen van de grote bouw put voor de uitwateringssluizen in het najaar van 1957 tegen een dreigende uit schuring verdedigd door het maken van een oeverbezinking en een tweetal dammen. Bij de aanleg van de „kleine" bouwput voor de schutsluis zal nu op deze werken worden aangesloten en voortgebouwd. De grondslag, waarop de ringdijk moet worden gemaakt, varieert van N.A.P. tot 3 m daar beneden. De ruimte binnen de ringdijk is gemiddeld 430 m lang en 140 m breed. Deze maten zijn ruimschoots voldoende voor de bouw van de schutsluis met kolk- afmetingen van 140 X 16 m en het inrichten van de nodige werk- en opslag terreinen. Binnen de ringdijk zal de eigenlijke put worden gebaggerd tot een peil van circa N.A.P. 7 m met een lengte van 290 m en een breedte van 40 m. 34 35 GTd0U?ti>'tonl GRENS VAN DE BEZINKtNG KRAAGSTUKKEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1959 | | pagina 19