gljillllll Hl In vergelijking met deze aanvoer van buiten onze landgrenzen is de hoeveelheid neerslag op eigen bodem gering. In de zomermaanden wordt deze neerslag zelfs overtroffen door de verdamping. Het neerslagtekort dat hierdoor ontstaat, veroor zaakt droogteschade aan gewassen. Blijkens schattingen van de Commissie Onder zoek Landbouwwaterhuishouding Nederland (COLN) wordt in het Deltagebied over een polderoppervlakte van totaal rond 75 000 ha een schade door verdroging ondervonden die groter is dan 15 van de optimale opbrengst. Voor de zand gronden in westelijk Noord-Brabant wordt deze oppervlakte op omstreeks 58 000 ha gesteld, terwijl de ramingen voor midden en oostelijk Noord-Brabant een opper vlakte van 160 000 ha aangeven. Op zichzelf zou de aanvoer van opperwater ruimschoots voldoende zijn om in de waterbehoefte voor huishoudelijke, industriële en agrarische doeleinden te voorzien. Een tekort ontstaat echter, doordat teveel van het rivierwater nodig is en verloren gaat bij de bestrijding van de verzilting in het kustgebied. Het zeewater dringt door de open estuaria landinwaarts. Hierdoor treft men in de benedenloop der rivieren en in de zeearmen zulk een hoog zoutgehalte aan, dat het water niet voor gebruik geschikt is. Zo vloeit langs het Haringvliet een hoeveelheid opperwater van gemiddeld om streeks 1200 m3/sec ongebruikt af. De Rotterdamse Waterweg vergt onder de huidige omstandigheden circa 900 m3/sec om het zeewater terug te dringen tot de Parksluizen bij Rotterdam, het zo belangrijke inlaatpunt van de in Delfland gelegen land- en tuinbouwgebieden. Behalve in de benedenrivieren zelf, dringt het zeewater ook binnen in de laaggelegen polders, namelijk door kwel, alsmede met lek- en schutwater. Aangezien het water in de zeearmen overwegend zout is, kan men daarmede het polderwater niet verversen. Als gevolg hiervan treft men in grote delen van het Deltagebied slootwater aan met een zeer hoog zoutgehalte. Hierdoor wordt blijkens gegevens van de COLN over een oppervlakte van meer dan 33 000 ha zoutschade ondervonden. De toestand na uitvoering der Deltawerken Het afsluiten van de zeegaten in het zuidwesten des Lands vormt de meest doel treffende methode om de voortschrijdende verzilting in dit gebied op te heffen. Zoet water kan ter beschikking komen voor huishoudelijk en industrieel gebruik en vooral ook voor de landbouw, waardoor behalve zoutschade ook oogstdepressies door verdroging kunnen worden vermeden. Na uitvoering der werken zal men het Deltagebied kunnen onderverdelen in drie eenheden: de Rotterdamse Waterweg met aansluitende rivieren, het Haringvliet- bekken en het Zeeuwse Meer, die elk een geheel eigen karakter hebben. Hoewel men deze onderdelen in feite niet onafhankelijk van elkaar kan zien zij vormen te zamen een welhaast onverbrekelijk geheel zal toch de behandeling in het navol gende gescheiden plaats vinden. 14 Rotterdamse Waterweg c.a. De verdeling van de opperwaterafvoer van Waal en Maas over het Zeeuwse Meer, het Haringvliet en de Rotterdamse Waterweg zal men na uitvoering der Deltawerken voor een groot deel in de hand hebben, doordat men de afvoer door de stroomsluizen in het Volkerak en de uitwateringssluizen in het Haringvliet kan regelen. Door deze afvoer te beperken kan men meer opperwater langs de Rotterdamse Waterweg tot afvloeiing brengen dan thans, zodat aldaar het binnendringende zeewater tot aan vaardbare grenzen kan worden teruggedrongen. Daarbij is het mogelijk om een ver mindering van de opperwaterafvoer naar de Nieuwe Maas, die door de kanalisatie van Nederrijn en Lek zal kunnen ontstaan, te compenseren via de Noord. Deze Rijn kanalisatie, die niet alleen van grote betekenis is voor de scheepvaart op de Nederrijn en de Geldersche IJssel, doch ook vele voordelen oplevert voor de waterhuishouding van het verzorgingsgebied van het IJsselmeer, zal daardoor zonder ingrijpende voor zieningen volledig in werking kunnen worden gesteld. Chloorafvoer van de Bovenrijn sinds 1880 in kg Cl/sec volgens gegevens van de Commission internationale pour la protection du Rhin contre la pollution I8BO 1890 I900 I9IO 1920 1930 1940 1950 I960 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1958 | | pagina 9