I95Q I 3000 2 500 2000 15 OO IOOO HUIDIGE TOESTAND DELTAPLAN MET OPEN OUDE MAAS DELTAPLAN MET AF GESLOTEN OUDE MAAS 300 Overzicht van het chloridegehalte op de Nieuwe Maas in mg Cl/l tijdens hoogwaterkentering nabij de Parkhaven, geschat voor de huidige situatie, alsmede voor de toestand na uitvoering van de Rijnkanalisatie en de Deltawerken met open en afgesloten Oude Maas, voor een periode als van 1946 tjm 1950. Aangenomen werd dat de chloride afvoer van de Bovenrijn gemiddeld 225 kg Cljsec bedraagt en het gehalte maximaal 250 mg Cljl 16 ÓOOO sooo 4000 3000 - 2000 [OOO 'JS 1947 i94 AFVOER BOVENRUN IN mVsEC OPENING HARINGVLIETSLUIZEN B'J EB IN M 2 BENEDEN N.A.P. OPENING HARINGVLIETSLUIZEN B'J EB EN VLOED T'JDENS 'JSGANGJ IN M2 BENEDEN N.A-P AFVOER BOVENRUN IN M3/sEC Overzicht van de doorstromingsopening van de uitwateringssluizen in het Haringvliet als functie van de gemiddelde maandafvoer van de Bovenrijn te Lobith voor een periode als van 1946 tot en met 1950. Doorstromingsopening in m3 beneden N.A.P.Bovenrijnafvoeren in m3 per seconde. Voor de zoetwatervoorziening van zuidwest Nederland en in het bijzonder voor die gebieden, die hun water betrekken uit de Nieuwe Maas, zal het van groot voordeel zijn wanneer de Oude Maas in tijden van waterschaarste, dat wil zeggen bij Boven rijnafvoeren kleiner dan 1600 a 1800 m3/sec, kan worden afgesloten. Hierdoor wordt namelijk bereikt, dat het naar zee afvloeiende opperwater zich niet verdeelt over twee riviertakken, de Oude Maas en de Nieuwe Maas, doch uitsluitend via de Nieuwe Maas wordt afgevoerd. In het laatste geval doet het zoutterugdringend ver mogen van het opperwater zich over de gehele lengte van de rivier gevoelen, waar door de zoutbestrijding minder opperwater vergt. Toch zal, ondanks de uitvoering van de Deltawerken en een afsluiting van de Oude Maas, en ook al laat men de invloed van de Rijnkanalisatie buiten beschou wing, het inlaten van voldoende zoet water uit de Nieuwe Maas niet onder alle omstandigheden verzekerd zijn. Bij kleine Rijnafvoeren heeft namelijk ook reeds het opperwater als gevolg van de lozing van afvalstoffen buiten onze landsgrenzen een naar verhouding hoge zoutconcentratie. Haringvlietbekken Het Haringvliet vormt de voornaamste afvoerweg van het opperwater en het ijs, afkomstig van Waal en Maas. In het kader van het Deltaplan zal het Haringvliet deze belangrijke functie in versterkte mate behouden. Het doorstromingsprofiel van 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1958 | | pagina 10