De mijnsteenkade in de teen van de tijdelijke kop en in de daarop aansluitende buiten- en binnendijkteen is gereed, behoudens enige aanvulling voor afwerking van het profiel. Op deze mijnsteenkade, die eindigt ter plaatse van de hoogwaterlijn op de plaat, sluiten zandperskaden aan die aan de buiten- en binnenzijde zijn doorge trokken tot de Noordbevelandse oever. De bezinking rond het kopeinde is voltooid. De werkhaven nabij de kop van de dam is nagenoeg geheel ontgraven met behulp van een cutterzuiger met een drijvende leiding. De loswal van manchetcaissons is gereed; de kraagstukken op de onderwaterbelopen zijn ten dele aangebracht. Het persen van zand in het damlichaam wordt in hoog tempo uitgevoerd; het eerste gedeelte van de dam heeft een hoogte van N.A.P. 7 m bereikt. Het zand wordt gewonnen door drie zuigers, nl. de bovengenoemde cutterzuiger in de werkhaven en twee grondzuigers in het Veersche Gat aan weerszijden van het toekomstige sluit gat. Een perszuiger, gelegen voor de kop van de dam, verwerkt het zand van de beide grondzuigers. In de laatste week van juni werd de eerste van vier asfaltmenginstallaties op het werk aangevoerd en kon een begin worden gemaakt met de opstelling hiervan op de daar toe verbrede en plaatselijk verhoogde binnenberm nabij de kop van de dam. B. De werken langs de Westerschelde, de kust van Zeeuwsch-Vlaanderen en Walcheren Verbetering van de zeedijk van het Waterschap Ellewoutsdijk op Zuidbeveland De zeedijk van het Waterschap Ellewoutsdijk werd tijdens de stormvloed van 1 februari 1953 op verscheidene plaatsen ernstig beschadigd, terwijl bovendien twee stroomgaten ontstonden, waardoor de achterliggende polders onder water kwamen te staan. Na voltoooiing van de na de ramp uitgevoerde herstelwerkzaamheden aan deze zeedijk bevonden zich tussen de dijkpalen 0 en 45 nog vp.rsc.hillp.nrlp. zwakke ge deelten, die een mindere mate van veiligheid boden dan de aangrenzende dijkvakken. Aangezien meergenoemde zeedijk echter langs de Westerschelde is gelegen en hij derhalve blijvend aan stormvloeden zal zijn blootgesteld, komt deze dijk in aanmer king om in het kader van de Deltawet te worden verhoogd en verzwaard, met het oog op een waterstand van N.A.P. 5,75 m, welke is afgeleid uit een als maatgevend aangenomen stormvloed van N.A.P. 5,50 m te Vlissingen. Ten einde een om economische redenen niet te verantwoorden uitvoering in twee etappen binnen een tijdsverloop van twintig jaar te vermijden, is de inmiddels vol tooide dijkverzwaring over de volle lengte van 4,5 km direct uitgevoerd tot de z.g. Deltahoogte. Het oostelijke deel van de nieuwe dijk volgt het tracé van de bestaande zeedijk; het westelijke deel is recht getrokken en volgt over een lengte van ca. 1700 m een geheel nieuw tracé over het voor de oude dijk gelegen schor. Hierdoor is de zeewering ruim 300 m korter geworden, terwijl voorts rond 30 ha vruchtbare schorgrond werd in gepolderd. Voor de nieuwe zeedijk werd een hoogte van N.A.P. 7,50 m verantwoord geacht aangezien door de beschutte ligging op het zuiden de golfoploop bij de bij noord westelijke en noordelijke winden optredende hoogste waterstanden beperkt blijft. Uit de tekening blijkt dat het buitenbeloop een helling heeft van 1 3i met een buitenberm op stormvloedhoogte van 5,00 m breed en dat het binnenloop een helling heeft van 1 3. Bij dergelijke flauwe hellingen kan een zeer goede grasmat in stand worden gehouden en is machinaal maaien mogelijk. Het buitenbeloop is tot en met de kruin voorzien van een bekleding van 0,80 m schorklei, de dikte van de kleibekleding van het binnenbeloop bedraagt 0,60 m. DAMPROFIEL A-A DAMPROFIEL. B-B DUINVERZWARING C-C 42 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1958 | | pagina 23