Radarbeeld van de mond van de Nieuwe Waterweg bij Hoek van Holland, waarop een
zware regenbui zichtbaar is
Deze afstand kan echter door een 8 mm radar nog zeer gemakkelijk worden be
streken.
Daar bij waterloopkundige metingen de nauwkeurigheid de belangrijkste factor
is en grote bereiken en een tijdelijke verslechtering van het beeld bij zware regen
niet van direct belang zijn, is de keuze gevallen op de Decca 8 mm apparatuur.
Drijvermetingen
Bij de uitvoering van werken in de zeegaten wordt drastisch in de waterbeweging
ter plaatse ingegrepen. Over grote gebieden zal de stromingstoestand belangrijk
worden gewijzigd. Het is van groot belang, dat deze wijzigingen bij het vorderen
14
van de werkzaamheden op de voet worden gevolgd. Hierbij is het niet voldoende
stroomsnelheden op enkele markante plaatsen te registreren, doch moet tevens
de waterbeweging in groter verband worden gevolgd. Een groot aantal van deze
gegevens uit de natuur is tevens benodigd voor de studie aan waterloopkundige
schaalmodellen in het laboratorium.
Voor het verkrijgen van de gegevens over de waterbeweging in groter verband
worden drijvermetingen verricht. Als drijvers worden hierbij stokvormige ele
menten gebruikt, die verticaal aan een drijflichaam in het water komen te hangen.
Door op het drijflichaam een radarreflector te plaatsen, die opgebouwd is uit
een groot aantal loodrecht op elkaar staande metalen vlakjes, kunnen deze kleine
voorwerpen toch op een radarscherm zichtbaar worden gemaakt. Op het radarbeeld
van het zeegebied voor de mond van de Nieuwe Waterweg zijn enige van deze
drijvers aangegeven. Bij proefnemingen is gebleken dat deze drijvers tot op af
standen van 4 tot 5 km nog goed zichtbaar blijven.
De drijvers worden door enige vletten, die radiocontact hebben met de radarpost,
in het water geplaatst, waarna het radarbeeld met tussenpozen van 2-5 minuten,
afhankelijk van de optredende stroomsnelheid, wordt gefotografeerd. Iedere foto
geeft dan de positie van de drijvers op een bepaald ogenblik weer. Op deze wijze
kunnen snel vele gegevens worden verkregen daar het aantal drijvers vrijwel on
beperkt kan zijn.
Tijdens de verwerking van de aldus verkregen reeks foto's, waarbij op iedere
foto slechts één situatie van de drijvers voorkomt, worden alle foto's achter
eenvolgens op eenzelfde kaart geprojecteerd en worden de posities van de drijvers
op deze kaart overgenomen. Door alle op elkaar volgende posities van een drijver
met elkaar te verbinden kan men de afgelegde baan terugvinden. Op deze wijze
is de tekening ontstaan van een drijvermeting, die bij de bouwput in het Haring
vliet is verricht. Duidelijk is zichtbaar hoe reeds ver voor de bouwput de stroom
wordt afgebogen. De geschetste methode om drijvermetingen te verrichten biedt
grote voordelen wanneer men snel het stromingsbeeld in een groot gebied wil
vastleggen.
De tot nu toe gangbare methode om drijvermetingen te verrichten door met
hoekmeetinstrumenten vanaf twee vaste punten gelijktijdig de drijvers visueel
in te meten is zeer tijdrovend en kan slechts met zeer geringe aantallen drijvers
Stokvormige drijflichamen met
radarreflectoren
foto „Het Parool")