situatie onder bepaalde omstandigheden. De situatie, zoals die zich onder extreme
omstandigheden voordoet, kan veelal niet worden gemeten omdat:
1. er geen vergelijkbaar object bestaat, of
2. die extreme omstandigheden zich nog niet voordeden, of
3. het niet mogelijk was onder die extreme omstandigheden metingen te ver
richten.
De beperkingen van de berekeningen zijn wel voornamelijk gelegen in de moeilijk
heid om vele hydrodynamische verschijnselen mathematisch te benaderen en in de
lange tijdsduur die soms voor het verkrijgen van een oplossing nodig is. Het grote
voordeel van berekeningen is, dat de invloed van ieder der factoren, die bij het te
onderzoeken verschijnsel van belang zijn, kan worden onderzocht. Bovendien
behoeft men zich niet te beperken tot een bepaald concreet geval, maar kan het
probleem gewoonlijk algemeen worden gesteld. Door de oplossing worden dan
fundamentele vragen beantwoord en daarmede algemene bijdragen geleverd.
Modelonderzoek geeft de mogelijkheid de hydraulische verschijnselen, welke zich
in de natuur voordoen, op kleine schaal te bestuderen.
De verkleining geschiedt volgens bepaalde wetten, die afhankelijk zijn van het
verschijnsel. De keuze van de schaal volgt mede uit de mate van nauwkeurigheid,
die men wil bereiken. Hieruit volgt, dat de schaal van een model van geval tot
Het openluchtlaboratorium in de N.O. Polder
geval moet worden vastgesteld en dat het veelal niet mogelijk zal zijn om ver
schillende aspecten van een werk in één model te onderzoeken. De randvoor
waarden voor een model worden door metingen in de natuur of door berekeningen
bepaald. Indien mogelijk wordt in een model eerst de bestaande toestand ge
reproduceerd en daarmede het model gecontroleerd.
Naast het modelonderzoek, waarbij water door water wordt voorgesteld, mogen die
onderzoekingen worden genoemd, waarbij water door lucht wordt voorgesteld. In
bepaalde gevallen kunnen hierdoor gegevens worden verkregen, die een hydraulisch
model voorshands nog niet zou kunnen leveren. Vele hydrodynamische verschijn
selen hebben echter ook electrische analogieën, zodat met name getijbewegingen
en grondwaterstromen ook zeer wel met een electrisch model kunnen worden
bestudeerd.
Bij het onderzoek betreffende de Deltawerken wordt ook hiervan op ruime schaal
gebruik gemaakt.
In het volgende zal dieper worden ingegaan op het hydraulische modelonderzoek,
met name op het onderzoek in het model van de benedenrivieren, dat voor de
werkzaamheden in het Deltagebied van grote betekenis is. Op blz. 58 is een over
zicht opgenomen van de hydraulische proeven, die ten behoeve van de Deltawerken
zijn of worden uitgevoerd.
Indeling van de modellen
Op grond van hun afmetingen en schalen kunnen de modellen in drie hoofdgroepen
worden verdeeld.
1. De duizendtallen
Hieronder vallen de modellen die een algemeen overzicht geven van een groot
gebied, waarvan de verkleining in de orde van grootte van 1000 ligt. Een voorbeeld
hiervan is het model van de benedenrivieren, M 284, dat een horizontale schaal
heeft van 1 2400.
Deze modellen hebben steeds een vaste bodem, transport van vaste stoffen en
een korte golfbeweging vinden er niet in plaats.
Waterstanden en stroomsnelheden kunnen er voor uitgestrekte gebieden in worden
gemeten, zowel in permanente stromingstoestand als bij lange (getij-) golfbeweging.
Modellen van een gebied, dat langer is dan circa 50 km, gaan hinderlijke af
wijkingen vertonen tengevolge van de versnelling van Coriolis, welke afwijkingen
alleen kunnen worden gecompenseerd door het gehele model op een draaitafel te
plaatsen en tijdens de meting rond te draaien.
2. De honderdtallen
Wanneer de verkleining in de orde van grootte van 100 ligt kunnen ook bodem
transport en korte golfbeweging worden onderzocht. Hieronder vallen de modellen
van het Haringvliet, het Volkerak en het Veersche Gat. Ook bij deze modellen
7