De haven van Bruinisse tijdens laag water Langs de gemeentehaven, die een diepte verkrijgt van 3,00 m N.A.P. is een loswal geprojecteerd, bestaande uit een kadewand van stalen damplanken, met een totale lengte van ongeveer 120 m. Achter de loswal wordt een circa 15 m brede bestrating aangelegd. Voor de bekleding van de taluds van de ringdijk en van de havendammen wordt grotendeels een betonglooiing toegepast. Overigens zal ook een deel van het af komende glooiingmateriaal van de zeedijk opnieuw als bekledingsmateriaal worden gebruikt. Beneden de teen van de beton- c.q. steenbekleding, worden de belopen verdedigd met kraagstukken. De kruinhoogte van de ringdijk verloopt van 6,50 m N.A.P. aan de werkhaven- zijde naar 4,50 m N.A.P. aan de zijde van de gemeentehaven. De kruinhoogte van de havendammen, welke aansluiten aan de ringdijk, bedraagt 3,00 m N.A.P. De westelijke havendam van de werkhaven krijgt een kruinhoogte van 4,00 m N.A.P. Wegens de wisselende en deels vrij slechte ondergrond zullen onder een deel van de ringdijk, de havendammen en de opslagterreinen grondverbeteringen moeten 44 worden uitgevoerd. De hoeveelheid hiervoor te baggeren grond bedraagt ongeveer 150 000 m3. Voor de bouwput, de havens en de haventoegangen moet ca. 400 000 m3 worden gebaggerd. De totale hoeveelheid zand, die nodig is voor de aanleg van de werken, inclusief grondverbeteringen, bedraagt ca. 600 000 m3. De aanbesteding van de werken bij Bruinisse heeft op 15 april 1958 plaats gehad. De werken moeten in hun geheel worden opgeleverd op 1 oktober 1959, terwijl de bouwput voor de schutsluis reeds op 1 april 1959 ter beschikking van de directie moet worden gesteld. Met de bouw van de schutsluis zal reeds in het voorjaar van 1959 een aanvang kunnen worden gemaakt, zodat de sluis gereed zal kunnen zijn, wanneer de geul tussen de Plaat van Oude Tonge en de oever van Duiveland moet worden afgesloten. Aangezien het nog niet bekend is, in welke volgorde de verschillende geulen zullen moeten worden afgesloten, is het begin van de bouw van de schutsluis zodanig gekozen, dat de sluis ook tijdig gereed zal kunnen zijn, indien zal blijken dat aan de afsluiting van de zuidelijke geul prioriteit moet worden verleend. Door de uitvoering van de genoemde voorbereidende werken wordt tevens bereikt dat de zwakke plaats in de hoogwaterkering van Duiveland vóór het stormseizoen van 1959/60 zal zijn versterkt. Een bijkomend voordeel is dat Bruinisse de beschikking zal krijgen over een beter geoutilleerde haven met grotere oppervlakte en diepte dan de huidige tijhaven, die reeds lang niet meer voldoet. 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1958 | | pagina 24