Het wordt derhalve wenselijk geoordeeld om de pijlers van de brug over het Haringvliet bij Numansdorp eveneens te leggen op afstanden van 100 m. IJs- waarnemingen hebben uitgewezen, dat een onderverdeling van 100 m geen hinder lijke gevolgen heeft voor het doorstromen van de ijsschollen. Het zou voor de ijsbestrijding aantrekkelijk zijn, de totale doorstromingsopening van de sluis eveneens te verdelen in openingen van 100 m. Dit zou echter te zware eisen stellen aan de constructie van de schuiven, waarmede de openingen moeten worden afgesloten en aan de voorgespannen liggers van gewapend beton over de pijlers, waarmede de openingen worden overbrugd. Wegens de vrij sterk blootgestelde ligging van het kunstwerk, waardoor grote golfkrachten op de constructie en in het bijzonder op de schuiven zijn te ver wachten, kon de afstand tussen de pijlers redelijkerwijze niet groter worden gemaakt dan circa 60 m. Dit heeft ertoe geleid, dat de totale doorlaatbreedte verdeeld is in 17 openingen van 56,50 m, waartussen stroompijlers van 5,5 m breedte. De afstand tussen de hoofden wordt dan 1048,50 m en de gezamenlijke doorstromingsbreedte 960,50 m. Teneinde eventuele moeilijkheden bij de afvoer van grote ijsschollen zoveel mogelijk te voorkomen, worden de pijlers aan de bovenstroomse kant van het kunstwerk uitgevoerd als z.g. ijspijlers. Deze hebben een zodanige vorm dat drijfijs, dat door de stroom tegen de pijlers wordt gevoerd, daarop zoveel mogelijk breekt. Overigens zal het de taak zijn van ijsbrekers om grote ijsschollen, vóór deze bij de sluis zijn aangekomen, te verkleinen tot een zodanig formaat dat zij ongehinderd door de sluisopeningen kunnen passeren. Aangezien ijsbrekers aan de benedenstroomse zijde van een ijsveld werken, moet het mogelijk zijn dat zij door de geopende sluizen varen. Hierdoor wordt de door- vaarthoogte van de sluizen bepaald op 6 m N.A.P. Daar de sluis in de Haringvlietdam onder normale omstandigheden een barrière is voor de trek van vis en glasaal, zijn aan het kunstwerk enige voorzieningen ge troffen om deze dieren binnen te laten. In elke pijler bevindt zich een riool dat tijdens het spuien kan worden geopend, waardoor de afstroming van het water benedenstrooms op meer regelmatige wijze geschiedt, hetgeen van belang is ter beperking van de bodemaantasting. Enkele van deze riolen, die een verbinding vormen tussen binnen- en buitenwater, zijn zodanig met schuiven uitgerust, dat ook in tijden waarin niet wordt gespuid, de vis en glasaal uit zee door deze riolen naar binnen kan komen. Ook in de landhoofden zijn riolen aangebracht. Deze hebben echter tot taak om in droge perioden zout lek- en schutwater, dat wordt verzameld in een juist binnen de sluizen te maken diepe zoutwaterkom, af te voeren naar buiten. Doordat deze riolen diep zijn gelegen, kan het zoute water worden gespuid, zonder dat daarbij dan schaars zoet water wordt meegevoerd. Dit jaar zal een begin worden gemaakt met de aanleg van de dam over de Hellegatplaten, die deel zal uitmaken van de scheidingsdam tussen het toekomstige Zeeuwse Meer en het Haringvliet, waarmee het Volkerak zal worden afgesloten. Deze dam zal tevens dienen als aardebaan voor de toerit van Flakkee naar de brug over het Haringvliet, die oostelijk van Tiengemeten is geprojecteerd. Hieruit blijkt, dat de overbrugging van het Haringvliet en de afsluiting van het Volkerak in één project zijn tezamengevoegd. De overwegingen, die hiertoe hebben geleid, worden in hetgeen volgt nader omschreven. In de Memorie van Toelichting op de Deltawet wordt er op gewezen, dat door de afdammingen een mogelijkheid wordt verkregen om de Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden door wegen te verbinden. Het zal dan echter noodzakelijk zijn om in aansluiting op deze afdammingen een nieuw wegennet aan het bestaande toe te voegen. Tevens wordt gewezen op de noodzaak om, teneinde een harmonisch wegenstelsel te verkrijgen, behoudens de ontworpen afsluitdammen nog extra oeververbindingen tot stand te brengen in de vorm van dammen of bruggen. 29 28 DE TRACÉS VAN DE OVERBRUGGING VAN HET HARINGVLIET EN DE AFSLUITING VAN HET VOLKERAK DORDRECHT HOEKSCHE WAARD JIEN NUMANSDORP H AR1NGVHE' HELLE&ATPLAT OVER HOLLANDSCH DIEP HELLEGAT t (WILLEM STAD fsT-ANTHONIE miw

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1958 | | pagina 16