J 10.000 mgCl/1 als redelijk betrouwbaar gemiddelde in rekening kon worden gebracht. De onzekerheden in de berekening konden daardoor worden beperkte (Het chloridegehalte van zeewater bedraagt omstreeks 19.000 mgCl/1). Bij het verdere geo-hydrologische onderzoek naar de grootte van de kwel zullen de ver kregen gegevens bereffende het zoutgehalte in de ondergrond in hun gedetailleerde vorm onmisbaar zijn. In verband met de afdamming van de Zandkreek en het Veersche Gat in 1961 wordt thans een geo-elektrisch onderzoek in het Zandkreekgebied uitgevoerd. Het ligt verder in de bedoeling dit jaar te beginnen aan eeri onderzoek van de zoute kwel van de Zuidhollandse eilanden en Tholen. Ook zal de ondergrondse afvloeiing van zoet water uit de hoge gronden van west-Noordbrabant worden onderzocht. 1 j O lO 20 30 Geo-elektrische meting volgens de sondeermethode in vergelijking met een oppervlaktemeting Het Haringvliet is onder de huidige omstandigheden de belangrijkste afvoerweg van het opperwater en het ijs van de grote rivieren. Van het opperwater van de Rijn en de Maas tezamen stroomt bij een gemiddelde afvoer 8 langs de Geldersche IJssel, 37 langs de Nieuwe Waterweg en 55 langs het Haringvliet. Stijgen deze afvoeren, dan wordt het gedeelte, dat langs het Haringvliet stroomt, naar verhouding nog groter. Zolang de opperwaterafvoeren van de grote rivieren beperkt zijn, neemt het Volkerak hieraan geen deel, doch wanneer deze toenemen, ontstaat in het Volkerak een eboverschot en vloeit een deel van het opperwater hierlangs af. Na uitvoering van het Deltaplan zal langs het Volkerak geen water meer naar zee afgevoerd worden. Bij hoge opperwaterafvoeren, waarbij als voorbeeld de Rijn 10 000 m3/sec afvoert (dat is het vijfvoudige van de gemiddelde afvoer) en de Maas 2000 m3/sec, zal in de toekomst langs de IJssel 10 langs de Nieuwe Waterweg 25 en langs het Haringvliet 65 tot afvoer komen. Worden de afvoeren nog hoger, dan zullen de hoeveelheden, die langs het Haringvliet naar zee stromen, zelfs drie maal zo groot zijn als die welke tot afvoer komen langs de Nieuwe Waterweg. Hieruit blijkt, dat de debieten, waarop de sluizen in de Haringvlietdam moeten worden berekend, onder bepaalde omstandigheden zeer hoog kunnen zijn. De afmetingen van de sluis zullen in overeenstemming hiermede dus ook bijzonder groot worden. Het is in het algemeen gebruikelijk om de totale opening van een uitwateringssluis kleiner te maken dan het profiel van de toeleidings- en afvoergeul, en wel om redenen van economie. Dit betekent, dat ter plaatse van de sluis een insnoering in de afvoerweg van het water wordt aangebracht, waardoor in de sluis hogere stroomsnelheden voorkomen dan op enige afstand binnen en buiten het kunstwerk. Des te kleiner de sluis is, des te groter zijn de daarin voorkomende stroomsnelheden. De ervaring heeft geleerd dat gevaarlijke ontgrondingen kunnen ontstaan aan de benedenstroomse kant van een sluis, wanneer de snelheden bij volledige opening groter worden dan circa 4 m per seconde. Bij dergelijke sterke stromen ontstaan krachtige wervelingen en stroomstoten, die gevaarlijk kunnen worden voor het in stand houden van de bodemverdediging buiten de sluis. Uiteraard is de tijdsduur van deze sterke stromen van groot belang voor het ontstaan van een werkelijk gevaarlijke toestand. Bij het ontwerp voor de Haringvlietsluizen nu is als eis gesteld dat een stroom snelheid in de sluis van 4 m per seconde of groter slechts korte tijd mag optreden en zeker niet gedurende verscheidene opeenvolgende dagen. Men kan deze eis ook iets anders formuleren door te zeggen dat een snelheid van circa 4 m per seconde in de sluis niet op meer dan gemiddeld enige dagen per eeuw mag worden bereikt. Dit betekent, rekening houdende met de uitkomsten van modelproeven in combinatie met het aantal malen per eeuw dat hoge rivierstanden kunnen worden verwacht, dat een afvoer van 20 000 a 21 000 m3 per seconde door de sluis moet kunnen worden verwerkt bij een snelheid van 4 m per seconde. 25 i 1 i i t iu i i i SPECIFIEKE ELECTRISCHE WEERSTAND IN SL n» .OPPERVLAKTE METING SON DE ER STANG METING 24 DE UITWATERINGSSLUIZEN IN HET HARINGVLIET

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1958 | | pagina 14