AANGAANDE ST. ANNA TER MUIDEN.
bl. 795; plakaten van 15 February 1537 en 2 September 1560,
zie in het Plakaattoelc van Vlaanderen, Geml 1639, fol. 17
cn 818. Uit de stadsrekeningen van Sluis blijkt, dat de Egyp-
tenaars zich, in de vijftiende eeuw reeds, herhaalde malen,
zoo niet telken jare, in deze streken lieten zien. Ten jare 1439
ontmoeten wij hen voor de eerste maal te Sluis met brieven van
vöorschrijving van den paus en den graaf van Vlaanderen, en
werden zij goed onthaald. Toen men hen echter naderhand
leerde kennen, schonk men hun grootere of kleinere sommen
gelds, opdat zij toch maar niet binnen de stad kwamen. Aan
vankelijk overal goed onthaald, werden zij later onbarmhartig
vervolgd en uitgeworpen; trouwens, zoo daad, zoo loon!
13) Dit blijkt uit de stadsrekening van 11 Sept. 1573.
14) De post uit de stadsrekening van 11 Sept. 1573 tot 10
Sept. 1574, luidt aldus:
„Betaelt joachim Heindrix, van diesser tzijnen huuse ver -
teirt was in biere en broode den xxixen in maerte lxxiij by de
soldaden vander sluus ghecomen ter assistencie van de landslieden
jeghens de ghuesen die an tlant ten witten huuse ghecomen
warenxxiij iij gr."
Paschen was ten jare 1573 ingevallen op 22 Maart. Dus
behoorde de 29 Maart volgens de vlaamsche tijdrekening wel
degelijk tot lo73. Toch zou het ons verwonderen kunnen, dat
in eene rekening, die eerst begint te verantwoorden over 1 Sept.
1573, onkosten voorkomen, gemaakt den 29 Maart te voren,
indien wij niet aannemen konden, dat zij eerst na 11 Sept. vol
daan zijn. Het woord „soldaden" komt steeds in de reke
ning aldus voor. Is het van het italiaansche soldado? In
de rek. van 15:41575 leest men nog: „Betaelt joachim
Heindricx [burgemeester van der courpse] van diesser tzijnen
huuse verteirt es gheweist by de soldaden van mijn hecre van
Datredal up den xxiij dach van meye xvclxxy als zy tot assis
tencie van de stede jeghens de invasie van re bellen ghecomen
waren vj jj." Moeten we ook hier aan de watergeuzen denken?