schrijven. Nu is het vreemde van de literatuur dat de fictie
waardiger klinkt dan een volledig authentiek relaas van echte
Speelt de verbeelding ook in je romans deze rol?
Ik geloof dat je nooit iets echt helemaal verzinnen kan 7pu
voor een schrijver van sciencefiction of van sprookjes blijft w
alhjd een vermomming van iets dat voor hem of voor haar h*!i
reëel is, een persoonlijk probleem, een hoogst individuele nh
sessie. Het werkelijkheidsgehalte in wat je schrijft is toch altiia
vrij groot, ook al ziet het er misschien niet zo uit. Ik denk dit
je je leven lang schrijft over de dingen die jou zelf het meest*
bezighouden, dat er een bepaald steeds terugkerend patroon in
je leven zit, van relaties of van manieren van reageren od de
omgeving en op wat je overkomt. Dat is in jezelf ingebakken. Te
zult dat stellig ook in mijn werk herkennen. Je had het daarnet
over de waarneming. Die functioneert zonder ophouden De
aard en de intensiteit van het licht op de muur, de sfeer van
een kamer, van voorwerpen, hoe mensen er uitzien, de vormen
en kleuren in de natuur, dat is voedehde waarneming. Dat wil
niet zeggen dat ik de personen of de omgeving waar ik een en
ander in feite heb waargenomen precies zo ga beschrijven. Ik
gebruik die indrukken om andere figuren en situaties die ik od
een gegeven ogenblik nodig heb, die onmisbaar zijn in de od-
zet van mijn 'verhaal', reliëf te geven.
Dit komt overeen met wat je in Zelfportret als legkaart' schrijft:
Wat ik vervormd in historisch kostuum vorm trachtte te geven was
mijn eigen werkelijkheid. Nu ik zo ver gekomen ben dat ik die tot op
zekere hoogte bewust onder woorden kan brengen, voel ik mij voorlo
pig niet bij machte, zelfs afkerig, van het verzinnen van een verhaal.'
s het nu een zekere afkeer van de fictie, van het zuiver imaginaire
datje ook gebracht heeft tot de historische romans?
Nee, ik ben veertig jaar geleden begonnen met historisch mate
riaal te gebruiken, omdat ik dat zelf zo ongelofelijk boeiend
vond. Die personages, dat tijdperk, hielden mij bezig, prikkel
den mijn verbeelding, in die zin dat ik de behoefte voelde om
de toch vrij vage, schrale contouren van mensen en gebeur
tenissen zoals je die in strikt wetenschappelijke historische
studies aantreft, als het ware 'body' te geven, vanuit eigen
waarneming van leven, en kennis van het verleden, gebaseerd
op wat ik gelezen had, vanuit mijn voorstelling van dat ver
leden. Ik geloof nooit dat ik kan weten of navoelen hoe die
mensen vroeger werkelijk zijn geweest, of wat er precies ge
beurd is. Maar dat materiaal stelt me wel in de gelegenheid om
iets uit te drukken dat voor mijzelf essentieel is, en ik kan er
toch ook iets mee doen dat het inzicht van lezers in andere
mensen en in processen van oorzaak en gevolg vergroot.
In Het woud der verwachting' had je nog de traditionele opvatting
van de historische roman. Dat was nog een poging om de geschiede
nis zo getrouw mogelijk te illustreren.
Dat is eigenlijk een zeer ouderwets boek. Ik heb in grote lijnen
de biografie gevolgd die Pierre Champion in 1911 over Charles
d'Orléans heeft geschreven, een uiterst volledig werk, maar da
destijds, voor mijn gevoel, toch ook weer bij gedeelten tekort
schoot in het zichtbaar maken van mensen en gebeurtenissen
uit het verleden, de lezer niet prikkelde zich een beeld te vor
men van de historische werkelijkheid. Het woud der verwachting
is eigenlijk een 19de-eeuws boek, in opzet en in de traditionele
aanpak. Wat er, geloof ik, het aantrekkelijke van is (het wordt
regelmatig herdrukt), is dat het geschreven is door iemand -
dat kan ik u na al die tijd wel zeggen - die zich er zelf voor
honderd procent aan overgegeven had. Ik was verliefd op da
materiaal. Ik dacht aan niets anders meer. Ik heb dat boek wer
kelijk met hart en ziel geschreven, zo goed als ik toen maar
kon, en zonder nog stil te staan bij problemen van stijl, com
positie, structuur. Ik schreef zoals het in mij opkwam, en dat is
natuurlijk iets dat later, toen ik meer bewust ben gaan werken,
veranderd is.
Trouwens, 'De scharlaken stad' is al helemaal anders. 'Het woud dei
verwachting' is nog rechtlijnig, chronologisch, met talrijke tafereel
tjes, terwijl 'De scharlaken stad' meer een caleidoscopische composi
tie vertoont.
Ta omdat dat caleidoscopische overeenstemt met de manier
waarop de werkelijkheid ondergaan wordt. En ook is de wet-
kelijkheid van een roman nooit alleen maar de werkelijkhei