SÏÏ1S "SS duik om af te koelen, vader, ik en de hond. Mama niet 7\ enige die niet kan zwemmen en de enige die nooit in hptl1S zal vallen. ct water In de havens, het gegrom van de hoogovens, de stinkende i, Bepaald niet het landschap op de ansichtkaarten die mijn tan, ons stuurt van de Dune du Pilat, de Mont St MicM "nT! Cirque de Gavarnie en het Toch worden kaarten met afbeeldingen van dat soort nlekl» Om te sturen ga ik op een bankje staan. Mijn ogen komen et hoog genoeg voor het raam. Er zijn zelfs ruitenwissers on de ramen van de markies. "i^ers op Papa zit op de bank. We luisteren op Europe 1 naar Pierre Bellemare en zijn buiten gewone verhalen. nuiten- Vol trots, met mijn armpjes om de muts, varen we verder zZn^kennnenlkindeien Wat >ullie n°°" Onopvallend stuurt papa bij, corrigeert de richting wanneer ik Sn ontwijkeifom te vooï Op een schip word je al heel vroeg gevraagd om met de vol- ™n nutnzijnee kU™e" heel «8 Je moet vroeg beginnen. Je wordt niet zomaar schipper. Als tienjarige heb ik het schip goed onder controle, en nog niet opstandige loot aan de stam die met haar vinger toppen raakt aan een kant van de "dingen die haar vader hfeft geleerd", maar al het gevoel heeft dat het niets voor haar zH Ik houd niet van die mensen die post hebben gevat op de slui zen, op de bmggen, en ons gadeslaan als gratis vermaak op de zondag. Schippers zijn op hun hoede voor de mensen aan de wal, ze zijn niet eerlijk, niet betrouwbaar, niet solidair, niet zoals zij. Ik zonder me af in de stuurhut, sluit de bloemetjesgordijnen voor de raampjes. Ik hoef hun goedkope dromen niet, hun ver wonderde blik niet waarmee ze naar het 'reizende huis' kijken. Ik vind ze niet aardig. Ik zou graag in hun schoenen willen staan. Ov m

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2019 | | pagina 31