Met mijn hand boven het water hangend kan ik bijna de golf.
jes van het kanaal aanraken.
Ik wacht op een hogere golf.
Ik gooi spullen overboord; pantoffels, speeltjes van plastic drij
ven weg. Te laat!
Er worden ook dingen uit het water gevist, ballonnen, poppen
en andere spullen die men niet meer wilde.
In sommige streken drijft het schip op een open vuilstort
Zwart en stinkend water en dan zie je nog niet eens wat ieder
een overboord gooit en wat, zo zegt moeder met excuses dat ze
het even achteloos zelf ook doet, sowieso naar de bodem zakt.
In mijn armpjes, een pop, een beer, een gezelschapsspel. Ik
breng ze terug naar de achtersteven (het vooronder was zoge
zegd onze zolder).
Als ik er ben, mis ik mijn beer.
Ik zie hem wegdrijven.
Ik wilde alles meenemen, ik heb niets meer.
We varen snel. Een schip stopt niet net als een auto. Je vaart
niet terug voor een knuffeldier. De geringe snelheid is maar
schijn. In de haven wordt op de lading gewacht. We varen
door.
Aubervilliers, Viry Chatillon, Landrecies, Les Etoquies, Catil-
l°n, Monsein, Compiègne, La Ferté, Soissons een familie van
steden, van winkels op de vaarroute, accenten, echo's uit mijn
kinderjaren.
Op sommige reizen varen we over Compiègne, in de buurt van
waar mijn gepensioneerde grootouders wonen. In een huis met
uitzicht op het kanaal.
Ik word er afgezet voor de tijd dat het schip gaat laden of lossen
een stuk verderop. Op de terugreis word ik er weer opgehaald.
Ik word wakker.
Aan het eind van het bed, aan de andere kant van het raam
ontvouwt zich het landschap, helemaal voor mij alleen.
Van het geluid van de motor val je in slaap. Vanmorgen in alle
vroegte heb ik hem niet horen aanslaan.
Ik ben klein.
Wat daar onderin het schip gebeurt, gaat aan mij voorbij.
Ik ben vijf jaar oud.
Papa heeft schijfjes appel gelegd op houtblokjes met de getallen
1 tot en met 10. De zeven, waar het grootste stuk op ligt, brengt
me iedere keer aan het twijfelen.
Al etend wiskundeles, leuk.
Het alfabet staat in een groot ingebonden boek met dierennamen.
Vreemde dieren als de Koala, de Wapiti en de Zeboe onder
steunen de moeilijkste, de minder in onze taal voorkomende
letters.
Hij leert me, zoals hij later zal zeggen, "de weinige dingen
die hij heeft geleerd": lezen, schrijven, tellen. En, zwemmen,
fietsen, een schip verven, aan de muts* staan, zijn stropdas
knopen
Hij heeft nog nooit gehoord van moderne opvoeding.
Hij weet wat een binnenschipper moet kunnen: lezen, schrij
ven, tellen.
Het beroep van zijn ouders maakte dat er voor hem geen tijd
was om het diploma te halen.
Het diploma is de Graal die ik met al mijn verstandelijke ver
mogens moet zien te bemachtigen.
En dan?
Na zijn vaak laat eindigende en vroeg begonnen dag gaat hij als
het even kan aan tafel zitten en leert me geduldig de "weinige
dingen".
Als je naar het schippersinternaat gaat, krijg je een koffer, een
uitzet, marineblauwe kleren, een klerenborstel, een schoenbor
stel, een tandenborstel, een haarborstel, een toilettas. Alles is
nieuw, de hemdjes, de slipjes en ook de zeep
Je ruikt het nieuwe leven.
U*
U">
Onderdeel van het stuurwiel.