februari 1998 stuurde ik mijn eerste brief naar 'De heer r van Brussel, Rue du Pioch de Boutonnet - BT - Bus 2 34oqt Montpellier, Frankrijk'. Er zouden meer dan zestig brieven v i gen, een aantal dat door Gust ruim wed overtroffen. En d° heb ik het niet eens over het volume. Gust was altijd een zT productieve schrijver. In 1984 was Gust met vervroegd pensioen gegaan en in 198? verhuisde hij naar Montpellier. Hij richtte zich op zijn schrii ven en hij publiceerde frequenter dan ooit eerder het geval was De abortus (Standaard Uitgeverij, 1985), Anton, mijn Anton Hi was onsterfelijk (Uitgeverij Heibrand Turnhout, 1986), Het terras (Standaard Uitgeverij n.v., 1987), De salamandereters (Standaard Uitgeverij n.v., 1988), Vader van rebelse zonen (Uitgeverij Hei- brand, 1989). En ook losse artikelen, waaronder zijn 'Brieven uit Montpellier', die van 1989 tot 1991 in het tijdschrift Vlaan deren Morgen verschenen. Nadat in 1992 lymfekanker bij hem was geconstateerd, volgde een moeilijke, intense periode. Uitzaaiingen leidden tot darm kanker, blaaskanker, huidkanker, tot operaties, bestralingen en chemotherapie, tot lichamelijke uitputting. Maar ook toen bleef hij schrijven. Dat was een deel van zijn persoonlijkheid, een vroeg ingeprente reactie op een diep gewortelde doods angst, dat door niets kon worden ingetoomd. Gust vond het wel belangrijk om bij grotere uitgeverijen te publiceren, voor de onsterfelijkheid van de bibliotheek', maar het moest niet te veel tijd kosten, want dan ging het ten koste van het schrijven. In die tijd legden wij dus ons papieren contact. Wij bestookten elkaar met papier, vooral brieven, maar ook met boeken, typo scripten, protoversies van dichtbundels. Daaronder ook de tachtig bladzijden van een vastgelopen roman die Gust al enige tijd in de la had liggen, een verdere uitwerking van het verhaal 'Kwapak lijdt aan neurose in Oogie', dat in 1985 in Diogenes was verschenen. Of ik het wat kon redigeren? Ik was er en thousiast over en ging ermee aan het werk. Wanneer de taal zo ver uit elkaar ligt als bij een vooroorlogse Vlaming en een na oorlogse Nederlander het geval is, is redigeren moeilijk. Toch kroop de taal van Gust zodanig onder mijn huid, dat ik niet alleen die taal aan het 'oppoetsen' was, maar ook de roman uit breidde met een nieuwe verhaallijn. Het werd ons Oogie-pro- ject, een bizarre, fantastische roman waarin alles mogelijk was, dat Gust, zelf alweer met andere romans in de weer, op een ge geven moment geheel aan mij overliet. De eerste hoofdstukken verschenen in tijdschriften als De Tijdlijn en Holland SF. Gust wist dat je in het leven de dingen zelf moet maken, dat je het grote Niets zelf moet vullen met kleur en betekenis. Daar om schreef hij al die boeken, dat bepaalde het werk dat hij bij de Generale Bank deed, de culturele activiteiten die hij in Ant werpen ontplooide, waar hij voorzitter was van de Marnixkring en Het Literair Salon stichtte, en het gold ook voor de relaties met anderen. Ik werd de goede vriend van Gust Van Brussel omdat Gust Van Brussel mij zijn goede vriend noemde. Dat maakte het waar, al voelde het aanvankelijk wat ongemakkelijk toen ik op papier zijn 'goede vriend Paul' werd. Er was immers een grote afstand tussen ons. De afstand tussen de generaties, want Gust had de leeftijd van mijn vader. De afstand tussen Nederlander en Vlaming, die door het generatieverschil nog verdiept werd. Maar zoals Lou Reed zong dat de ene soort liefde niet beter is dan de andere, zo concludeerde ik dat de ene soort vriendschap niet minder is dan de andere. We wisselden toch stapels papier uit, en we werkten aan literaire projecten waarbij een diep verscholen levensgevoel het gemeenschappelijke ver trekpunt leek. Gust werd inderdaad een goede vriend. Een papieren vriendschap is anders dan een vriendschap die wortelt in het dagelijkse leven. Hij heeft een andere dynamiek, bijvoorbeeld in het proces van 'u' naar jijNatuurlijk was er tussen Gust en mij een afstand die groter was dan het aantal kilometers tussen Utrecht en Montpellier, en die niet werd ver kleind door zijn verhuizing naar Oud Turnhout. Toen Gust in 1999 terugkwam naar Vlaanderen en zich met zijn vrouw Monique, egn zoon en een hond vestigde in een villa in Oud Turnhout, was er geen aanleiding om onze relatie te veranderen. Tot er in 2004 werd besloten de tachtigste verjaar dag van Gust te vieren met een huldiging in het stadhuis van Oud Turnhout, een boek over hem, Gust Van Brussel, veelzijdig auteur, en een maaltijd in een brouwerij, ik geloof in die van

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2019 | | pagina 24