Het meest logische is nu de afrit te nemen en toch passeer ik opnieuw een wegrestaurant. Het moet iets kleins zijn dat ik ver geten ben. De reis van twee uur duurt lang vandaag. Op het laatst werd hij koning, regeerde vanuit zijn bed. Bood schappen die gedaan moesten worden, lijstjes met opdrachten. Zijn trek in voedsel nam af, regels en wensen juist toe. Namen werden op de adressenlijst toegevoegd, ofwel geschrapt. De boeken uit het kastje op zolder moesten naar de dochters van tante Fie. Er vielen gaten in de oprit, er werd nieuw grind besteld. Hij wilde een winterjas, de collectie hing nog maar nauwelijks in de winkels, mussen dood in de goot. Het was on mogelijk hem nog te vervoeren en te gaan winkelen in de stad. We wilden jassen op zicht laten komen maar toen we hem naar kleur en snit vroegen, verging zijn verlangen. De winter, nee, dat wist de arts heel zeker, die zou hij niet meer halen. Hoe zal mijn verongelukte lichaam eruitzien? Mijn dode ge zicht, zacht wit, mat. De dood kan wel wat glans gebruiken. Mijn ogen zijn blauw maar die kleur oogschaduw staat me totaal niet. Maken ze me op? Met mijn eigen make-up? Of een standaardprocedure? Wat rouge, wat lippenrood. Zie ik er dan extra dood uit, door die vreemde kleuren? Geen bloemen op de kist. Zonde voor één dag. Takken, wat slierten groen, misschien gewoon iets uit de tuin van pa. Mar ja moet mijn kleding uitkiezen, of toch niet. Ze ziet er altijd prachtig uit, kan bijzondere stoffen en ontwerpen dragen met daarop ook nog eens een buitenissig sieraad. Dat is voor mij too much. Een bijzondere outfit, of iets eenvoudigs met daarop een apart juweel. Een luchtplaats schiet voorbij en weer ben ik niet gestopt. "Was er drank in het spel?" "Waarom is ze niet gaan pauzeren?" "Geen bloemen en dat harde wit van die kist." Ik hoor mensen mijn dood reconstrueren en commentaar leveren op mijn uit vaart. Het scherpt opnieuw mijn alertheid. Nee, liever geen slordige dood. Misschien moet ik eens aan een draaiboek den ken. Ineke liet alles aan ons over, geen enkele regieaanwijzing. Na hoeveel onbeantwoorde appjes zal Suus ongerust worden? Wanneer zal ze gaan bellen? Of slaat mijn buurvrouw alarm: Ze zou niet langer dan twee dagen wegblijven. Nee, het is vanzelf sprekender dat de autoriteiten Suus het slechte nieuws bren gen. Twee agenten voor haar deur. Een dood lichaam in een wrak blijft meestal niet lang onopgemerkt. Een vaart, een sloot. Wat als je verdwijnt onder water? Kraait er dan een haan naar je? Steeds opnieuw verdringen de spullen die ik achterliet in de gang mijn gedachten. Het geborduurde paaskleed, het fondue- stel, de urn van mama. Wat moest dringend mee en wat kon nog even wachten? Een paar dagen, hooguit drie of vier, dan zou ik de rest ophalen. Tijd, hoe snel wordt je dood opgemerkt? Hoe lang kun je dood zijn terwijl niemand het weet? Of alleen de vreemden die je vinden, en niemand van je dierbaren. De vochtige atmosfeer van deze herfstdag maakt het licht zacht. De wereld lijkt vreedzaam en vriendelijk. Het is warm voor eind oktober. Mijn keel is droog. Ik neem me altijd voor Zonder titel, Ron Sippe Sibbele Halma.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2018 | | pagina 51