Waarom ik zo'n haast had de laatste spullen op te halen is me ontschoten, tot volgend jaar april is er tijd om alles leeg te halen. Het hek van de oprijlaan knarste toen ik het achter me dicht trok. Het blikje smeerolie had ik moeten meenemen, herinner ik me nu. Ook zie ik weer de spullen op de achterbank voor me Het in een dikke deken gewikkelde schoorsteenmantelbeeld van de vrouw met de zwanen. Twee schilderijen in met blad goud vergulde lijsten waar ik mijn nichtje Anja zo blij mee maakte. Het serviesgoed met de klaprozen, niet compleet maar verhalen van goede avonden maken het volledig. In één klap, af, klaar. Hoewel? Er lopen altijd sporen door na je dood. Er ligt nog was van je in de mand, er komt nog een tijdje post op jouw naam, ergens ligt een potlood waarop je gekauwd hebt, mensen zien je op straat lopen tot die persoon zich omdraait en een ander blijkt te zijn. Af, wat is af? Weg je bent nooit helemaal weg. Er wordt om je gehuild als je het goed hebt gedaan, om dingen die aan jou doen denken. Een sering die je plantte en nooit bloeide vormt na je dood plots knoppen. Een verstopt envelopje geld, dat precies op een mo ment dat het ergens heel hard voor nodig is tevoorschijn komt. Een foto van een feestelijk moment. Je as die opgehaald kan worden. Misschien blijf je als overblijfsel bestaan in familietaai, achternichtjes die herhalen wat hun ouders zeggen Tante Moon zei altijd Kinderen die je misschien nooit hebt ge kend. Suus zou spreken, denk ik, net als bij pa. Mijn oudere zus, haar gevoelens altijd geordend als naaigerei in een doos. Zakdoeken in haar tas, meer accessoire dan noodzakelijkheid. Ik was alleen. Natuurlijk heeft Suus ook geholpen, maar voor mijn gevoel deed ik het meeste. Vooral die laatste dag, in het verlaten huis van vader. Zijn hond Bekkie was een week voor zijn dood weggelopen. Spoorloos. Dieren voelen de dood feil loos aan. Een witte kist en een spreekgestoelte, bloemen. Wie zal het meeste verdriet om mij hebben? Ik zie de gezichten van vrien dinnen en collega's. Bij mijzelf zijn tranen onbedwingbaar, op welke uitvaart dan ook. Een buurvrouw, iemand van het koor die ik niet eens goed kende. Dan huil ik om mijn eigen doden, mijn moeder, nicht Sonja, Ineke, mijn kater Witteke. Wat zeggen ze over mij? Een sterke vrouw, een persoonlijkheid, een uitstekend mahjongspeelster. Clichés. Suus zal inderdaad een standaardspeech houden maar zullen mijn vrienden de algemeenheden ontstijgen? Woorden die me echt hadden kun nen raken? Bijna voel ik een soort welbehagen. Eigenlijk moet ik stoppen voor een kop koffie, een hamburger of een vette worst in cellofaan. Drie kilometer, meldt de aankondi ging op een bord met mes en vork. Iets wakkert me aan door te rijden. Nog 600 meter. Hoe dichter ik het huis nader, hoe sterker een gevoel dat me iets ontsnapt is me aanzet tot haast. Er zit iets genoeglijks in, aan je eigen begrafenis denken. Zal de zon schijnen of zal er een slagregen woeden? Een driedubbele regenboog aan de hemel? Wat zullen ze roemen en wat het snelst vergeten? Bestaat er een heldenverhaal met jou in de hoofdrol dat je zelf niet kent? Heb je iemand geïnspireerd of afgehouden van rampspoed? Heb je iets veroorzaakt waar je wel wat aan had kunnen doen maar wat per ongeluk, buiten jouw schuld, toch gebeurd is? Iets waarover ze zwijgen op de dag van je uitvaart? Voor jezelf is in één klap dood het mooiste. Het lijden van mijn vader, het mager worden op plekken waarvan ik het niet voor mogelijk hield. Botten en pezen steeds geprononceerder aan wezig. En de lucht. Langzaam sterven heeft een geur. Hij rook het zelf ook. Ik hoop dat de meeste post voor mijn vader bij mij thuis is aan gekomen. Een handige onlinedoorstuurservice zorgt daarvoor. Ongetwijfeld is er ook papierwerk in zijn brievenbus gegooid. Benieuwd wat ik achter de voordeur zal aantreffen. En dan het besef hoe stupide het is achter het stuur in te dutten. Een zendmast, reling, oude plataan. Nogal een slordige indruk achterlatend. Waarom is ze niet even aan de kant gaan staan? Een frisse neus of een kop koffie gaan halen? Of was het een TIA?

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2018 | | pagina 50