LAAT ZE HET WERK DOEN
WAT MOET WORDEN GEDAAN
Ik droomde dat haar sensuele lichaamsmaten
vervormd raakten onder invloed van de zee,
dat ze een bruinvis was, een
zeedier dat helder uit de mist opdoemde.
Het geluid van de golven overstemde de woorden
maar er waren nog gebaren -
van mij, om haar dichterbij te laten komen,
van haar, zij snoof en vulde haar longen met water,
dan zonk zij, tot op de zeebodem,
en naar beneden kijkend, helder water, als kristal,
zag ik haar daar liggen.
01
Op de dag dat hij in de trein stapte, stapte zijn vader ervoor. De
coupé was halfvol. Een plek kiezen deed hij op aantrekkelijk
heid. Dit keer was het een jonge vrouw met een witte licht
doorschijnende blouse. Zijn ogen waren sneller dan zijn hoofd.
Even gleed zijn blik van gezicht naar decolleté. Daarna keek hij
naar buiten en liet tot zich doordringen wat hij gezien had. Een
schoonheid die nogmaals bekeken moest worden. Dit keer liet
hij haar borsten net naast de gele vlek van zijn netvlies vallen.
Een beetje onscherp zag hij de volheid rusten in een soepele
beha. Soms stelde hij even scherp om te checken of het klopte
wat hij dacht te hebben gezien. Afwezig keek ze naar buiten.
Seksist, seksist, seksist neuriede de trein.
Een scherpe bocht. Hij kon zich nog net vastgrijpen. Zij be
woog amper en bleef door de ruit kijken alsof het allemaal daar
gebeurde. De trein trok op en kwam in korte tijd op volle snel
heid. Later hoorde hij dat het 140 kilometer per uur was.
Plots een klap, een hobbel en hij meende gekraak te horen. Zo
snel als de trein kon kwam hij tot stilstand. Beduusd keken ze
elkaar aan. Gekraak uit de intercom. Een stem zei dat ze een
aanrijding hadden gehad met een persoon, gevolgd door de
mededeling dat hun ervaring leerde dat het ongeveer twee uur
zou gaan duren. Ze moesten rustig blijven zitten en zodra er
meer bekend was volgde er nadere informatie.
'Laat ons het werk doen wat moet worden gedaan,' was het
laatste wat hij zei.