2? VOORWOORD A BEW.EX Of Ook deze keer weer een gevarieerd nummer. Was het in de vo rige uitgave kommer en kwel op kniehoogte, deze keer verrast W Jos Rouw de lezer met de pijn en vreugde van een ander kali- <8 ber: vrouwenstrijd (om een man) en schildersmystiek. Andere ^3 verhalen komen van Gert Kuipers, San Bos - eindelijk weer 8? terug bij B. -, Pieter Drift en Yorgos Dalman. Johan Everaers leverde een beschouwing over Arthur Cravan en Guillaume Apollinaire, dichters op weg naar het einde van de Grote Oorlog. Laaglandse Poëzie is samengesteld door Jabik Veenbaas. Zijn thema: Wortels. In een prachtige inleiding geeft hij aan hoe een ervaring uit zijn jeugd hem levenslang - in ieder geval tot nu toe - inspireert als voorbeeld van trouw zijn en blijven aan het eigene. Negen dichters hebben gevolg gegeven aan zijn op roep om hun wortels op poëtische wijze te onderzoeken. Een opvallende dichterlijke bijdrage komt ook van Julien Holtrigter, die voor het eerst in ons blad publiceert. Andere dichters die aanwezig zijn: Kees Engelhart, Kees Klok, Kees Hermis (de Kezen zijn nu op), Laszló Tóth, André van der Veeke en Steven Van Der Heyden. In de vaste rubriek Taal Ver Taal het gedicht Spijbelen, een ex periment van Rod Summers in vijf vertaalde versies. In de twee de aflevering van dezelfde rubriek brengt Willem M. Roggeman een vertaling van een gedicht van Robert Creely, die altijd in verband wordt gebracht met de Amerikaanse Black Mountain- dichters. Ko de Jonge blijft noest zijn pARTsfromheaven bijeen garen. Jan Kuipers laat in De Juiste Verkeerde Verbanden, ook al op een berg, een bekende Duitser opdraven wiens boek Mijn Strijd onlangs in een Nederlandse vertaling is uitgekomen. En Minor gaat het gevecht aan met de regel: Alles van waarde is <N weerloos. Hij doet dat aan de hand van een verslag van Julian Barnes over zijn leeservaringen bij een gedicht van W.H. Auden. Moeten we een dichtregel al dan niet letterlijk nemen, is de brandende vraag. We verklappen nu al dat in onze volgende uitgave het thema In Holland staat een huis centraal zal staan. Belgische schrijvers laten hun licht schijnen over hun schrijvende noorderburen en enkele Nederlanders zullen op hun beurt Belgen onder de loep nemen, die weer over Nederlanders ^Vrienden van Ballustrada 2018 R. Arends J. v.d. Berge-Bliek G. Bouma T. Brandenbarg J. Breeuwer M. Brink W. van Broekhoven J. Bruyneel J. Buma H. Carette I E. Crebolder I R. van Dale J. Degenaar J.L. Dieleman P. van Drunen W. van Dueren J. Duinhof A. Hanneman M. Heestermans W. de Houck F. van Houtum J. van der Geer J. Goerée J.P. Kakebeeke I J. Kamps K. Klok J. Kruit M. van Leemput I K. van Meer L. Moelker H. Overvliet R. Peters I E. de Rooy J. Rouw H. Scholten Th. Schrijer I P. van Sluys R. Soesman P. van Soest P. Steutel E. Sijbesma D. Tenner I L. Toth J. Toxopeus P. v.d. Velde J. Verschoore H. Verstraeten I A. Verdonck J. Vlaming F. van Vloten A. Vriezen B. Weggemans B. Willems W. de Zeeuw.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2018 | | pagina 3