fz
4t<a<i.
?+ifS*S
Tekening van de Zierikzeese kajak uit het dagboek van Victor Hugo.
Ik heb op een lange kano gevaren
op de woelige wilde Urubamba
flÉ dicht bij die naakte beschilderde Indianen.
Ik heb op een windjammer gevaren
UI op een windstille zee
O zonder een briesje of een zeilvaardige wind.
CA
ui
Ik heb op een Chinese jonk gevaren
van Java naar Sumatra
te midden van getatoeëerde opiumeters en piraten.
Ik heb op een Friese tjalk gevaren
op die ondiepe watervelden
van die wonderlijke waterplas, de Waddenzee.
Ui
I* Ik heb op een Russische witte bark gevaren
m op de Zwarte Zee naar de haven van Odessa
£r en dan naar Bessarabië.
0
Ik heb op een schoener gevaren
van de kust van Cape Cod
naar de open oceaan en de eindeloze einder.
01
Ik heb op een houten kogge gevaren
4* van een oude Hanzestad
naar het eiland Gotland van de Goten.
<3
Ik heb op een spookschip gevaren
met Tsjêbbe, die blinde zingende schipper
en Benno en Menno; die twee dronken matrozen.
"O Ik heb op een schommelende visserskotter gevaren
C op een vuile modderschuit
Gl en zelfs op een drijvend wrak.
Maar nooit vergeet ik hoe ik heb gevaren
of gepeddeld tegen de hoge golven
in mijn nauwsluitende kajak.
O f4-t
t*? 1 *<-+-
^^■.V t<-
•Mi