BALLUSTRADA OPTIMA FORMA
c
O
Bij het twintigjarig bestaan van Ballustrada verscheen er een
topografische bundel: Zeeuws Dicht. Lang, smal, aantrekkelijk.
Dichters bezongen dorpen en steden (stadjes) in Zeeland. Het
boek werd een groot succes. Er kwam zelfs een herdruk en in
samenwerking met de PZC werden er 2500 exemplaren ver
kocht. Een duizelingwekkend aantal voor een regionale dicht
bundel.
Eind 2017 kwam er opnieuw een Zeeuwse, topografische ver
zamelbundel uit, deze keer met de titel Overburen, poëzie tussen
de grenspalen 269 en 369. Samenstelling Bert Bevers. Plaats van
handeling: het grensgebied van West-, Oost- en Zeeuws-Vlaan
deren. Tientallen dichters zijn erbij betrokken. Van mij zijn
drie teksten opgenomen, waaronder een met de titel Westdorpe.
Over dat laatste gedicht wil ik het hebben. Niet omdat het zo
goed of bijzonder is, maar omdat het de wrevel opwekte van
een journalist. Hij gaf op FB aan dat Westdorpe, in tegenstel
ling tot wat mijn gedicht suggereert, helemaal niet zo'n lust
oord is. En hij kan het weten. Geboren in Westdorpe had hij in
zijn jonge jaren de pest aan zijn dorp, aan het feit dat hij moest
opgroeien tussen de stank en de uitstoot van fabrieken. Zeker
als de wind verkeerd stond. Weg, weg wilde hij er. En nu moest
hij een halve eeuw later meemaken, dat een buitenstaander de
loftrompet tevoorschijn haalde om een in zijn oren zoetelijk en
vals geluid te produceren ten gunste van zijn geboorteplaats.
Om een en ander aanschouwelijk te maken volgen hier enkele
strofen van mijn gedicht:
Boven het dorp stomen/wolken traag op
De wind smaakt zoet/naar kamperfoelie
Naar grassen, kamille/en een mespuntje stront
Groentetuinen koken/paradijselijk over
Inderdaad, de tekst doet arcadisch aan en staat ver van de alle
daagse werkelijkheid. En toch weet ik zeker dat ik de sfeer van
het dorp ooit zo ervoer. In tegenstelling tot wat de naam sug
gereert, vond ik Westdorpe een zuidelijk, bijna Frans aandoend
dorp. Maar toen waren de kinderkopjes nog niet uit de dijk ge
licht. Wat ook telt: afkomstig uit de stad Rotterdam ben ik om
die reden misschien buitengewoon gevoelig voor een landelijke
omgeving. En wilde ik de stank uit de industriële kanaalzone
niet ruiken. Ik geef dus toe: er is vast een veel beter gedicht over
Westdorpe te schrijven. Eentje dat schrijnt. Bijvoorbeeld door
iemand die er geboren is en die eventuele valse romantiek
ontmaskert. De betreffende journalist heeft al een voorzet ge
plaatst op zijn FB-pagina:
Ik rook alleen de weeïge lucht
Van de maïsfabriek
En zag na regen
De witte fosfaten in de lochting*
Ik wil er zelf nog een alternatief aan toevoegen:
dijk.
dijk.
grauwsluier.
dijk.
dijk.
overal hier.
*Vlaams dialect: grasveld, gazon