Ik keek even naar buiten. Het regende al iets minder intens 7 dra de bui was voorbijgetrokken zou ik mijn wandeling zetten. s ort" De vrouw hief weer het hoofd, keek me ditmaal wat langer aan maar verdiepte zich toen weer in haar werk. B Ik had een rustig café gevonden om aan mijn wekelijkse co lumn te werken, die ik uiterlijk vanavond moest indienen bii de redactie van mijn krant. Ik schrijf nu eenmaal vlotter als ik mensen om me heen heb dan alleen thuis, hoewel het ook niet te druk en lawaaierig mag zijn. In de Bolero vind ik vaak de juiste balans, en vroeg in de ochtend is het er doorgaans er? kalm. Nu was ik al een poos bezig en mijn column vorderde aardig tot ik het gevoel kreeg dat iemand me aanstaarde. Ik keek op en merkte dat er schuin tegenover me een man zat die me in derdaad aan het observeren was. Een man alleen, die van zijn koffie nipte en me ongegeneerd in de gaten hield. Ik kende dat type wel. Traditioneel gekleed, beetje sjofel, van middelbare leeftijd, wellicht wat vereenzaamd. Hij schuimde de cafés af om vrouwen te begluren en zijn fantasieën de vrije loop te laten. Ik wendde mijn blik snel af, want ik had al ge noeg gezien. Ik wist best wat er door zijn gedachten ging. Hij zag me als een lustobject. Ik mocht er niet aan denken bij welke volslagen onwaarschijnlijke activiteiten ik in zijn verbeelding betrokken was. Ik gruwelde van dit soort mannen. Ik merkte dat de aanwezigheid van die vieze ouwe gluurder mijn concentratie verstoorde. Ik wilde mijn column per se van daag af krijgen, en ging dus misschien maar beter een andere schrijfplek opzoeken. Ik klapte mijn laptop dicht en maakte aanstalten om te ver trekken. A Het regende niet meer, en dus besloot ik om mijn tocht voort te zetten. De dame kwam tegelijk met mij overeind, zodat we uiteindelijk samen bij de deur stonden. Galant als ik was liet ik haar voorgaan, en wilde nog iets zeggen maar aarzelde. Ze wierp me een ijskoude blik toe en zei: "Zet het uit uw hoofd." Ik keek verbaasd op. Wat had dat te betekenen? Met wie dacht ze te maken te hebben? Ik stamelde: "Ik ben niet wat u denkt." "En ik ben niet wat u hoopt," kaatste ze direct terug. "Ik hoop alleen maar dat u niet denkt begon ik, maar ze onderbrak me: "Ik denk dat u het toch maar beter uit uw hoofd zet." Toen was ze verdwenen, en ik bleef wat verward achter. Die uit wisseling sloeg helemaal nergens op. Het begon weer zachtjes te regenen, maar ik ging het café niet terug binnen. Een wandeling in de regen zou me misschien goed doen - en mijn geest schoonspoelen na alle doorstane emoties. B Die kerel kwam tegelijk met mij overeind, zodat we uiteindelijk samen bij de deur stonden. Hij wilde wellicht van dit moment gebruik maken om toe te slaan, dus glipte ik snel voor hem naar buiten. Hij leek iets te willen zeggen, maar ik was hem te vlug af en zei: "Zet het uit uw hoofd." Hij keek verbaasd op, alsof hij deze tegenaanval niet had ver wacht. "Ik ben niet wat u denkt," wist hij uit te brengen. "En ik ben niet wat u hoopt," kaatste ik direct terug. Toch gaf hij de strijd nog niet op. "Ik hoop alleen maar dat u niet denkt begon hij, maar ik onderbrak hem kordaat met: "Ik denk dat u het toch maar beter uit uw hoofd zet." Toen zette ik er flink de pas in, en liet de man verbouwereerd en hulpeloos achter. Hij leek het moeilijk te hebben zijn neder laag te aanvaarden. Het begon weer zachtjes te regenen, maar ik stapte niet direct een ander café binnen. Een wandeling in de regen zou me mis schien goed doen - al was het maar om wat af te koelen van de doorstane ergernis.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2018 | | pagina 38