De eerste vraag die zich steeds weer bij mij opdringt, maar di
ik nog nergens heb zien gesteld, betreft de titel. Broederland
ach, dat lijkt duidelijk, deze roman gaat over het land van dé
broederschap, maar waarom Titus? Is het zomaar een toevallig
gekozen naam? Verwijst het ergens naar? Het deed mij al gauw
denken aan de Gormenghas t-trilogie van Mervyn Peake, waarin
de hoofdpersoon ook Titus heet. Een heel ander verhaal, uit
een heel andere tijd, van een heel andere schrijver, en tege
lijkertijd eenzelfde soort literaire fantasy; een verhaal waarin
persoonlijke situatie en ervaring het vertrekpunt zijn voor een
wereld van kleurrijke vertekening, waarin de feitelijke en emo
tionele werkelijkheid poëtisch tot een nieuwe werkelijkheid
uitkristalliseren; een kunstwerk, maar wel een kunstwerk waar
in de persoonlijke geschiedenis van de auteur zichtbaar is.
Misschien heeft het niets met elkaar te maken, kende Hulst
Gormenghast niet eens, maar zelfs dan hebben ze alles met el
kaar te maken, zijnde dezelfde soort fantasy, het soort fantasy
dat Auke Hulst prachtig verwoordde via zijn Kai-avatar in
Kinderen van het ruige land (Meulenhoff, 2012), de autobiogra
fische roman waarmee hij naam maakte: 'Naderhand viel zo'n
moment nauwelijks terug te roepen. Alsof je een bom hoorde
afgaan - je schrok, keek weg, sloot je ogen, knipperde. Wat rest
te waren scherven van een verhaal dat waargebeurd was, maar
verzinsels nauwelijks oversteeg.' En: 'Kai wist best dat werke
lijkheid en herinnering plooibaar waren, getekend door per
ceptie'. Tegen het einde van die roman komt Auke/Kai tot de
volgende conclusie: 'Als je de essentie correct in een onwaar
heid wist te vatten, zou iedereen het herkennen als waarheid,
als iets wat tegelijk het leven ontsteeg en geheel omhulde. De
grens tussen het geleefde en het geschreven leven werd dan dif
fuus - ze versmolten tot een nieuwe hyperrealiteit.'
Dat is wat En ik herinner me Titus Broederland net als de Gormen-
ghast-trilogie is, een waargebeurd verhaal dat verzinsel nauwe
lijks overstijgt, werkelijkheid en herinnering waarvan de essentie
plooibaar in een onwaarheid is gevat, waardoor het geleefde en
het geschreven leven versmelt tot een nieuwe hyperrealiteit.
Er zijn vele directe overeenkomsten tussen En ik herinner me
Titus Broederland en Kinderen van het ruige land of de jeugd van
Auke Hulst.
Zo heeft Auke Hulst een tweelingbroer, net als de verteller en
zijn broer Titus. In Kinderen van het ruige land zijn het Kai en
Kurt, in het werkelijke leven Auke en Hans. En ja, ik weet dat
Hans een jaar of twee ouder is, maar zoals met Kai en Kurt uit
gebeeld, zijn de twee door de omstandigheden van hun jeugd
heel dicht naar elkaar geduwd: ze sliepen in hetzelfde bed,
komen op school in dezelfde klas, worden door het sociale iso
lement van het gezin Hulst in zeer grote mate op elkaar aange
wezen, gaan samen studeren, waarbij ze dezelfde kamer delen.
En net als Brea en Titus trekken ze als gitaarmannen de wereld
in, als de kern van de band De Meisjes, die inmiddels twee al
bums heeft gemaakt. Dat verleden hoeft maar een klein beetje
te worden opgerekt om tweelingbroers te worden, en daarbij
wordt de essentie waarschijnlijk niet eens geweld aangedaan.
En ja, door hun vrijgevochten, onverzorgde en geïsoleerde
positie waren het ook duivelskinderen, kinderen waarmee de
klasgenootjes maar beter niet om konden gaan.
De onwaarheid is dat moeder is gestorven en vader is blijven
leven, maar het is wel een onwaarheid waarmee Auke Hulst een
tijd heeft geleefd, misschien nog altijd leeft. Op jonge leeftijd is
Hulst al schrijver, met vooral ook belangstelling voor science
fiction. Of zoals hij als Kai beschrijft: 'Hij schreef de dromen op
in een schrift Het vuil van de dag, uitgestald in de slapen
de ziel. Later zou hij de dromen betekenis kunnen geven door
er verhalen van te maken. Stel dat ze zich afspeelden in de
extra dimensies waarover natuurkundigen speculeerden. Waren
de dromen dan even echt als de wereld?' Een verhaal waar hij
met tussenpozen steeds weer aan werkt, is het verhaal Vrijstaat
'Stel dat de Vrijstaat die zijn vader voor ogen had gestaan daad
werkelijk was uitgeroepen, met vader aan het hoofd. Nederland
zou verarmd zijn, deze streek zou een Koeweit op kleigrond zijn
geworden Alles was anders in de wereld die hij zich voor
stelde: zijn vader was er nog, moeder was verdwenen vlak na
Kais geboorte En ik herinner me Titus Broederland lijkt niet de
uiteindelijke versie van dat verhaal, meer het verslag van (een
deel) van de weg daarheen; de weg die de sciencefictionschrij
ver ging naar een dieper en persoonlijker schrijverschap, want,
in de woorden van Kai: 'Zijn hart was gekaapt door een ander,
die hem keer op keer verlaten zou, en hem dingen zou afne-