O
Toen ik een onderwerp zocht voor deze aflevering van Laag-
landse Poëzie kwam ik al gauw uit bij 'onze' rivieren. Mijn hele
leven heb ik in de buurt van rivieren gewoond. Dat is in een
O land als Nederland niet zo moeilijk. Ik som ze even op: de Nieu-
3 we Maas, de Schelde, de Donge, de Maas (Grave), de Waal en
opnieuw de Schelde. Goed, de vraag blijft: waarom rivieren als
Z thema en waarom niet misdaad of verlangen of steden of - God
verhoede het - diversiteitLaat ik maar onmiddellijk bekennen,
dat ik op progressief chronische wijze van mijn laaglandse ri
vieren ben gaan houden. Ik kan wegdromen bij de bochten van
de Maas of de IJssel. Ik verlies mezelf en het ongemak van het
leven als ik op een mooie dag over de Schelde staar. Het dub
bele signaal dat een rivier afgeeft, fascineert me: blijven en ver
dwijnen. De ongrijpbaarheid ervan. Ooit liep ik dagelijks over
een rivierdijk langs de Maas in Grave naar mijn werk. Ik zag
dan hoe de rivier zich in de buurt breed en onverstoorbaar uit
strekte. Tegelijkertijd observeerde ik het meanderen in de verte.
Dat laatste gaf me vaak een steek van verlangen. Ondanks mijn
honkvastheid wilde ook ik - vat vol tegenstrijdigheden - op
weg gaan en aan de horizon verdwijnen. Ter bestrijding van
mijn romantische gevoelens haalde ik dezelfde truc uit als de
Maas: blijven en verdwijnen. Ik stapte het schoolgebouw
binnen waar ik aan het werk moest, maar was met mijn ge-
5 dachten vaak een aantal bochten verder. Blijven en verdwij-
nen, wel zo makkelijk voor een niet-reiziger.
Natuurlijk was ik erg benieuwd naar de voorkeur van de deel
nemers aan deze aflevering van Laaglandse Poezie Zouden het
enkel de klassieken worden: Maas, Waal, Rijn, IJssel, Schelde o
hadden de dichters ook oog voor de mindere stromen Dat
laatste is gelukkig het geval gebleken. Rien Vroegindewei, kent
maar één kampioen: de Rotte, Dirk Kroon verdiept de Schie-
damse Schie, Stefaan van den Bremt laat de Dender onze ric -
ting uitstromen. Wim van Til stelt in een openingsregel dat de
armen van de Oude Rijn de armen van zijn moeder zijn. Bert
Bevers weet zelfs een voor mij onbekende rivier voor te stellen:
de Berkel die in Duitsland ontspringt en vervolgens zo n hon
derd kilometer door de Achterhoek stroomt en bij Zutphen in
de IJssel verdwijnt.
Behalve beschrijvingen en karakteriseringen van rivieren levert
0)
0J
CM
00