x E E X X O Met een zondagse bloem in hun haar gespeld, wandelen ze de nabijgelegen laan op en af. Met hun schoon goed aan, net uit U bad, gekamd en gestreken, lopen ze, tussen kinderen en ballons door, en praten en sluiten vriendschap en luisteren zelfs naar de muziek die rondom de kiosk van de Santa Marialaan de over- !Z levenden van de voorbije week aantrekt. De daghitjes, werksters, dienstbodes van vandaag zijn daarmee tevreden. Zolang ze niet in de prostitutie terechtkomen, of terug keren in de schoot van hun armoedige familie, is er voor hen zondagsrust, een kans op verloving, de gedroomde gelegenheid. Twee of drie uren doelloos slenteren is genoeg om de vermoeie nissen te vergeten en om breed glimlachend de dreiging van de vuile vaat, het opgehangen wasgoed en de eindeloze rist bood schappen onder ogen te zien. Naast oude mannetjes die op zoek zijn naar hun geheugen en dames die denken aan hun volgende zwangerschap, genieten zij M van hun voorlopige vrijheid en nemen de wereld in bezit, trots Qi op hun schoenen, hun leuke jurkje en hun haar dat feller glanst C C dan anders. <3 0> fZ (Geef ons, Heer, het geloof in de zondag, vertrouwen in haar lui crèmes, en de nodige reinheid van ziel om vreugdevol de dagen die komen tegemoet te zien!) •mm (3 (3 Prozagedicht, ontleend aan de bloemlezing Dichter? Nee, voetganger, samengesteld en vertaald door Stefaan van den Bremt, Leuven, uitgeverij P, 2001

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2017 | | pagina 60